GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
Lijst van de bewegingen
Proportionaliteit bedieningsopdrachten
De bedieningsopdrachten voor het rijden en opheffen zijn proportioneel; de proportionaliteit van de
bewegingen wordt verkregen door de elektronisch besturing van specifieke proportionele kleppen.
Bij iedere opdracht voor de rijbeweging wordt het circuit voor de deblokkering van de remmen op de
achterwielen onder druk gezet. Bij het stoppen van de beweging, of in afwezigheid van druk, treden de
remmen weer in werking.
Het opheffen/laten zakken van de stabilisatoren en het stuursysteem vinden plaats met een ON/OFF-
opdracht.
Rijden en sturen
Voor het rijden heeft de onderwagen vier aangedreven wielen.
De vierwielaandrijving is permanent.
De remmen met negatieve bediening werken op de achterwielen.
De stuurinrichting wordt aangedreven door een hydraulische cilinder.
Rijden en sturen is ook mogelijk met het platform volledig geheven en/of
de platformverlengingen uitgeschoven.
Het platform opheffen/laten zakken
De beweging wordt gestuurd door twee hydraulische cilinders die het
schaarmechanisme aandrijven.
Het opheffen/laten zakken van het platform vindt onafhankelijk van de
uitschuiving van de verlengingen plaats.
Uitschuiven van de platformen
De uitschuiving over de lengte van de mobiele platformen wordt handmatig
door de bediener uitgevoerd.
De stabilisatoren opheffen/laten
zakken
De beweging wordt gestuurd door vier hydraulische cilinders
23
IM 14220 E - IM 17220 E