GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
16 - Controlelampje overbelasting (rood)
Normaal uit.
Knippert in aanwezigheid van een overbelasting.
17 - Controlelampje instabiele machine (rood)
Normaal uit.
Brandt bij een hellingshoek die groter is dan de toegestane limieten.
18 - Niet gebruikt controlelampje
19 - Controlelampje stabilisatie voltooid (groen)
Normaal uit.
Knippert tijdens het opheffen/laten zakken van de stabilisatoren.
Brandt continu na een succesvolle stabilisatie.
20 - Alarmlampje stabilisatoren (rood)
Normaal uit.
Knippert wanneer de wagen sterker helt dan de slaglimiet van de
stabilisatoren.
Brandt continu wanneer bij een gestabiliseerde machine, de wagen een
hellingshoek heeft van meer dan 1°.
Brandt continu als de stabilisatoren niet helemaal zijn teruggekeerd.
21 - Controlelampje asuitlijning (groen)
Normaal aan.
Het wordt uitgeschakeld als de as de uitlijning kwijtraakt.
22 - Controlelampje toestemming rijden-
sturen (groen)
Normaal aan.
56
IM 14220 E - IM 17220 E