GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
11
6
De rijsnelheid is afhankelijk van de hellingshoek van de bedieningshendel en de gekozen snelheid.
Het rijden wordt aangegeven door een waarschuwingszoemer.
Stop rijden
• Geleidelijke stop: zet de bedieningshendel 6 in de beginstand en houd knop 7 ingedrukt.
• Snelle stop: laat drukknop 7 los.
Sturen
te draaien
Om
drukt u de schakelaars
7
ingedrukt houdt.
Rijden
1. Verplaats, bij een stilstaande machine, de keuzeschakelaar
12
naar links.
2. Selecteer met de keuzeschakelaar
12
4. Pak bedieningshendel
5. Druk op knop
7
6. Beweeg de bedieningshendel naar voren of naar achteren terwijl u
knop 7 ingedrukt blijft houden.
U mag ook eerst de bedieningshendel verplaatsen en daarna op knop
7 drukken om de manoeuvre te starten.
SNEL
GEMIDDELD
LANGZAAM
6
7
"Dodemansknop" en houd die ingedrukt.
8
rechts of links in terwijl u knop
62
IM 14220 E - IM 17220 E
11
de rijsnelheid van de tractor.
beet.
8
7