VOORZORGSMAATREGELEN
VOOR KOUDE
WEERSOMSTANDIGHEDEN
De werking van sommige componenten
en systemen kan worden beïnvloed bij
temperaturen lager dan circa -25°C.
INRIJDEN
Banden
Nieuwe banden moeten ongeveer 480 km
worden ingereden. Tijdens deze periode
kan de auto ongewone rijeigenschappen
vertonen.
Remmen en koppeling
Vermijd indien mogelijk het intensief
gebruik van de remmen en de koppeling
gedurende de eerste 160 km in de stad en
gedurende de eerste 1.600 km op
snelwegen.
TE HOOG TOERENTAL MOTOR
N.B.: Wacht altijd totdat de motor naar
behoren is opgewarmd voordat u het
motortoerental opdrijft.
Uw ST-voertuig is uitgerust met een
functie voor toerentalbegrenzing om het
prestatiebereik te verbeteren. Het
standaard maximale motortoerental, 6300
omw/min, wordt aangeduid door een
smalle rode streep op de wijzerplaat van
de toerenteller. De rode streep wordt dikker
in het bereik van de
motortoerentalbegrenzing bij 6600
omw/min.
Fiesta (CE1) Vehicles Built From: 15-03-2021 Vehicles Built Up To: 24-10-2021, CG3654nlNLD nlNLD, Edition date: 202012, First-Printing
Tips voor het rijden
Met deze functie kan het motortoerental
één seconde lang boven 6300 omw/min
gaan. Wanneer één seconde is bereikt,
wordt het elektronisch geregelde
motortoerental gereduceerd tot 6300
omw/min. Wanneer het motortoerental
onder 6100 omw/min daalt, wordt de timer
voor toerentalbegrenzing gereset en wordt
het maximale motortoerental van 6600
omw/min gedurende één seconde weer
ingeschakeld.
Laat de motor niet langdurig draaien tegen
een hoog toerental en lage belasting, om
schade te voorkomen.
ZUINIG RIJDEN
De volgende items kunnen het
brandstofverbruik verlagen:
•
•
•
•
•
•
•
277
Rijd vlot, geef zachtjes gas en
anticipeer de weg voor u om bruusk
remmen te voorkomen.
Controleer uw bandenspanning
regelmatig en zorg dat de banden zijn
opgepompt tot de juiste spanning.
Volg het aanbevolen
onderhoudsschema en voer de
aanbevolen controles uit.
Plan uw rit en controleer het verkeer
voordat u vertrekt. Het is efficiënter om
boodschappen indien mogelijk te
combineren tot een enkele rit.
Voorkom stationair draaien bij koud
weer of gedurende lange periodes.
Start de motor alleen wanneer u klaar
bent voor vertrek.
Vervoer geen onnodig gewicht in de
auto, extra gewicht verspilt immers
brandstof.
Breng geen onnodige accessoires op
de buitenkant van de auto aan,
bijvoorbeeld treeplanken. Klap een
niet-gebruikte dakdrager in of verwijder
deze.