Probleem
De vermogensstand 9
wordt automatisch ver-
laagd als u bij de ver-
bonden kookzone even-
eens vermogensstand 9
instelt.
De inhoud van een pan
begint niet of nauwe-
lijks te koken, terwijl de
aankookautomaat inge-
schakeld is.
Na het uitschakelen van
het SmartLine-element
is er nog een geluid te
horen.
De sensortoetsen rea-
geren over- of ongevoe-
lig.
Op de timerdisplay
knippert afwisse-
lend met en er klinkt
een signaal.
Oorzaak en oplossing
Bij gelijktijdig gebruik van vermogensstand 9 zou het
maximale vermogen worden overschreden.
Gebruik een andere kookzone.
Er worden grote hoeveelheden voedingsmiddelen ver-
warmd.
Kook met de hoogste vermogensstand en stel
daarna handmatig een lagere vermogensstand in.
De pan geleidt de warmte niet goed.
Gebruik andere pannen die de warmte wel goed
geleiden.
De ventilator blijft draaien totdat het SmartLine-ele-
ment afgekoeld is en wordt dan automatisch uitge-
schakeld.
De gevoeligheid van de sensortoetsen is veranderd.
Zorg er eerst voor dat zon- of kunstlicht niet direct
op het SmartLine-element valt. De omgeving van
het SmartLine-element mag ook niet te donker
zijn.
Verwijder indien nodig al het kookgerei en reinig
het SmartLine-element.
Het gehele SmartLine-element en de sensortoet-
sen mogen niet afgedekt zijn.
Onderbreek de stroomvoorziening van het Smart-
Line-element gedurende ca. 1 minuut.
Als het probleem na het herstellen van de stroom-
voorziening nog niet is verholpen, neem dan con-
tact op met Miele.
Het SmartLine-element is verkeerd aangesloten.
Maak het SmartLine-element spanningsvrij.
Neem contact op met Miele.
Nuttige tips
47