Afbeelding: Scherm DPulse-lassen
Om tijdens het lassen het lasvermogen/de draadaanvoersnelheid aan te passen, draait u de linker draaiknop in het
scherm Lassen van de Control Pad.
Om tijdens het lassen de spanning fijn af te stellen, draait u de rechter draaiknop in het scherm Lassen van de Control
Pad.
Wanneer u DPulse gebruikt, kunt u via Instellingen > Parameters de volgende parameters aanpassen:
•
Draadaanvoersnelheid: voor aanpassen van de draadaanvoersnelheid voor niveau 1.
>> min: de minimale ingestelde waarde voor de draadaanvoersnelheid aanpassen
>> max: de maximale ingestelde waarde voor de draadaanvoersnelheid aanpassen
•
Fijnafstelling: de spanning (booglengte) aanpassen.
•
Dynamiek: Voor afstellen van het kortsluitgedrag. Aan de minkant is de boog zachter (minder spatten). Aan de plus-
kant is de boog harder (de boog is stabieler).
•
Pulsstroom %: -10...+15. Voor aanpassen van de pulspiekstroom. Te gebruiken voor het beheersen van de drup-
pelovergang.
•
Startvermogen: -30...+30. Voor afstellen van het vermogensniveau voor boogontsteking.
•
Startniveau: -30...+30. Voor fijn afstellen van de booglengte voor boogontsteking.
•
Stopvermogen: -30...+30. Voor afstellen van het vermogensniveau voor het stoppen van de boog.
Via Instellingen > DPulse kunt u de volgende parameters aanpassen:
•
DPulse-frequentie: de frequentie waarmee het vermogen wisselt tussen de niveaus.
•
DPulse-tijdspercentage: de relatieve tijd van het vermogensniveau op de draadaanvoersnelheid van niveau 1.
•
Draadaanvoersnelheid 2: voor aanpassen van de draadaanvoersnelheid voor niveau 2.
© Kemppi
92
X8 MIG Welder
Gebruiksaanwijzing - NL
1902370 / 2324