Het apparaat leren kennen
nl
Display
Op het display wordt de temperatuur van de
binnenruimte weergegeven die u instelt met de
temperatuurknop.
Verwarmingsmethoden en functies
Met de functiekeuzeknop stelt u de
verwarmingsmethoden en meer functies in.
Verwarmingsmethode
3D-hetelucht*
:
Milde hetelucht
7
Regenereren**
W
coolStart-functie
,
Pizzastand
;
Grill, groot
(
Circulatiegrillen*
4
Boven- en onderwarmte*
%
* Bereiden met stoom bij verwarmingsmethode vanaf 80°C mogelijk (gebruik alleen met gevulde watertank)
** Verwarmingsmethode met stoom (gebruik alleen met gevulde watertank)
--------
Bij elke verwarmingsmethode geeft het
Aanwijzing:
apparaat een voorgestelde temperatuur of stand weer.
Meer functies
Uw nieuwe oven biedt u nog meer functies, waarop wij
hier een korte toelichting geven.
Functie
Programma's
X
10
Temperatuur
Gebruik
30-275°C
Voor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achter-
kant gelijkmatig in de binnenruimte.
125-275°C
Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder voor-
verwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achter-
kant in de binnenruimte.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de cir-
culatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
80-180°C
Voor het gezond opwarmen van gerechten en het opbakken van gebak.
Door de toegevoerde stoom drogen de gerechten niet uit.
30-275 °C
Voor de snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 3. De temperatuur is
afhankelijk van de opgaven van de fabrikant. Gebruik de hoogste temperatuur die op
de verpakking staat aangegeven. De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.Het
heeft geen zin om voor te verwarmen
30-275°C
Voor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig heb-
ben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achter-
wand zijn ingeschakeld.
Grillstanden:
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast, en voor het gratine-
ren.
1 = zwak
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
2 = gemiddeld
3 = sterk
30-275°C
Voor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt
de hete lucht rond de gerechten.
30-275°C
Voor traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak met
vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de con-
ventionele modus gebruikt.
Gebruik
Voor veel gerechten zijn de juiste instelwaarden al geprogrammeerd.
~ "Programma's" op pagina 22
U kunt er ook de instellingen van de tijdfuncties op
lezen. De waarde die kan worden ingesteld of afloopt
staat op de voorgrond. Om de afzonderlijke tijdfuncties
te gebruiken tipt u meerdere keren op de toets v. De
pijlen ø boven en onder het betreffende symbool
geven aan welke waarde op de voorgrond staat.
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
U kunt deze overnemen of in het betreffende bereik
veranderen.