7-4 Aansluiten van bedrading binnen in units
• Leid en bevestig de voedings- en besturingsbedrading met behulp
van de meegeleverde klem (1), (2) aan de hand van onderstaande
afbeelding.
• Leid de aardkabel zo dat deze niet in contact komt met de
voedingsdraden van de compressor. Als de aardkabel in contact
komt met de voedingsdraden van de compressor heeft dit een
nadelige invloed op de overige apparatuur.
• Zorg ervoor dat geen enkele bedrading in contact komt met
de leidingen (gearceerde delen in afbeelding).
• De besturingsbedrading moet tenminste 50 mm verwijderd
zijn van de voedingsbedrading.
• Controleer na het voltooien van de bekabeling of bij de elektrische
onderdelen in de besturingskast geen losse verbindingen zijn.
LREQ15-20
5
16
1
2
3
15
4
14
10
1
Buis
2
De aansluitingen zorgvuldig uitvoeren, zodat de kabels niet in
contact komen met de aansluiting en het
3
De kabels voor hoge spanning (voedingskabels, aardingskabels
en de bedrading voor de waarschuwings-/voorzichtig-/start-
ingangssignalen, bedrijfsuitgangssignalen) vanaf de linkerkant
leggen
4
Lokale leidingen aansluiten
5
Aansluitingenblok voeding (X1M)
6
X2M-aansluitingenblok voor waarschuwings-, voorzichtig- en
start-ingangssignalen en bedrijfsuitgangssignaal
7
Aarde-aansluitingenblok
8
De hoogspanningskabels (voedingskabels, aardingskabels
en de bedrading voor de waarschuwings-/voorzichtig-/start-
ingangssignalen, bedrijfsuitgangssignalen) vanaf de rechterkant
leggen
9
De hoogspanningskabels (voedingskabels, aardingskabels en
de bedrading voor de waarschuwings-/voorzichtig-/start-
ingangssignalen, bedrijfsuitgangssignalen) vanaf de voorkant
leggen
10 De bedrading voor de afstandsbedieningsschakelaar vanaf
de voorkant leggen
11 Aansluitingenblok (X3M) voor afstandsbedieningsschakelaar
12 De kabels van de afstandsbedieningsschakelaar via een
kabelopening leggen
13 Minimaal 50 mm uit elkaar houden
14 Bevestigd aan de achterkant van de ondersteuning met
de bijgeleverde klem (2)
15 De aansluitwerkzaamheden zorgvuldig uitvoeren zodat
de geluidsisolatie van de compressor niet losraakt
16 Ondersteuning
VOORZICHTIG
Controleer na het voltooien van de elektrische werkzaamheden of er
geen losse stekkers of aansluitingen van elektrische onderdelen in
de besturingskast zijn.
Installatiehandleiding
17
A1P
6
X1M
X2M
11
A5P
X1M
7
X3M
8
14
12
9
13
13
-onderdeel.
8.
INSPECTIE EN LEIDINGISOLATIE
Voor de leidinginstallateurs, de elektriciteitmonteurs en
de personen die het proefdraaien uitvoeren
• Open nooit de afsluiter voordat de isolatiemeting van het
hoofdvoedingscircuit is uitgevoerd. De gemeten isolatiewaarde is
lager als de meting wordt uitgevoerd met de afsluiter geopend.
• Open de afsluiter nadat de inspectie en het vullen met koelmiddel
is voltooid. De compressor zal niet goed functioneren als de
condensatie-unit wordt gebruikt met de afsluiter dicht.
8-1 Testen op luchtdichtheid/met koelolie vullen/
vacuümdrogen
In de unit zit koelmiddel.
Zorg dat de vloeistof- en gasafsluiters dicht zijn
wanneer een test op luchtdichtheid of vacuümdrogen
van de plaatselijke leidingen wordt uitgevoerd.
[Voor de leidinginstallateurs]
Voer nauwkeurig de volgende inspectie uit nadat de
leidingwerkzaamheden zijn voltooid.
• Om ervoor te zorgen dat de condensatie-unit de vereiste druk kan
weerstaan en om binnendringen van vreemde bestanddelen te
voorkomen, moet u het speciale R410A gereedschap gebruiken.
• Om ervoor te zorgen dat de condensatie-unit
de vereiste druk kan weerstaan en om
binnendringen van vreemde bestanddelen
(water, vuil en stof) te voorkomen, moet
Meetverdeelstuk
u een speciale R410A drukmeter en
Vulslang
vulslang gebruiken. Speciaal R410A
gereedschap en speciaal R407C
gereedschap verschilt in de
schroefspecificatie.
• Let goed op dat de pompolie niet
terugstroomt naar het systeem wanneer
de pomp niet in werking is.
Vacuümpomp
• Gebruik een vacuümpomp die
vacuümpompen mogelijk maakt tot –
100,7 kPa (5 Torr of –755 mmHg).
Gas voor
gebruik bij
• Stikstofgas
lektest
Daphne FVC68D
Koelolie
Gebruik alleen de koelolie vermeld in Daikin's
lijst van serviceonderdelen.
• Luchtdicht
Breng het hogedrukgedeelte van het systeem (vloeistofleidingen)
op 3,8 MPa (38 bar) druk en het lagedrukgedeelte van het systeem
(gasleidingen) op de ontwerpdruk (*1) van de binnenunit (niet
meegeleverd) vanaf de onderhoudsaansluiting (*2) (de
ontwerpdruk mag niet overschreden worden). Het systeem is in
orde als de druk niet lager wordt over een periode van 24 uur.
Als de druk lager wordt, controleer dan op lekkages en
repareer deze.
• Met koelolie vullen
Indien de streefverdampingstemperatuur –20°C of lager bedraagt,
kan het desnoods nodig zijn koelolie bij te vullen. Voor de manier
waarop de extra hoeveelheid koelolie berekend moet worden,
raadpleeg de achterkant van het deksel van de kast met
elektrische onderdelen of de tabel hieronder.
Indien er geen koelolie moet bijgevuld worden, voer een
vacuümdroging van het systeem uit. Voor de manier waarop
het systeem kan worden vacuümgedroogd, raadpleeg het
volgende punt.
LREQ15+20B7Y1R
Condensatie-unit met luchtgekoelde koeling
4P360438-1B – 2014.01