Fileparkeren of loodrecht op de
weg parkeren
Het systeem scant het gebied aan
weerszijden van uw auto om een geschikte
parkeerplek te vinden.
Het systeem laat u weten wanneer het een
geschikte parkeerplek vindt. Wanneer u
uw auto stopt, neemt het systeem de
stuurinrichting over om uw auto naar de
parkeerplek te loodsen.
Gebruik van het systeem
Gebruik de richtingaanwijzer om aan te
geven of u het systeem aan de linker- of
rechterkant van uw auto wilt laten zoeken.
N.B.: Als u geen keuze maakt, dan gebruikt
het systeem standaard de passagierszijde
van de auto.
N.B.: De pijlsymbolen of afbeeldingen op
het display laten zien aan welke zijde van
de auto het systeem uw auto wil parkeren.
De auto parkeren
U bent verantwoordelijk voor het
accelereren, afremmen en tot stilstand
brengen van uw auto.
1.
Druk op de schakelaar van de actieve
parkeerhulp.
Focus (CEW) Vehicles Built From: 08-09-2014 Vehicles Built Up To: 15-02-2015, CG3630nlNLD nlNLD, Edition date: 09/2014, First Printing
Parkeerhulp
2. De informatie- en entertainmentdisplay
informeert u en een akoestisch signaal
is hoorbaar wanneer een geschikte
parkeerplaats is gevonden.
3. Verminder uw snelheid en stop
ongeveer bij positie A. Volg daarna de
instructies van het systeem.
4. Rijd met de auto vooruit. Raak het
stuurwiel niet aan. Er zijn
waarschuwingssignalen voor de
parkeerhulp hoorbaar. Stop de auto
wanneer u een continu signaal hoort.
5. Rij voorzichtig achteruit. Raak het
stuurwiel niet aan. Er zijn
waarschuwingssignalen voor de
parkeerhulp hoorbaar. Stop de auto
wanneer u een continu signaal hoort.
6. Herhaal stap 4 en 5 totdat uw auto
geparkeerd is. De display geeft aan
wanneer het systeem de manoeuvre
heeft voltooid.
N.B.: Het systeem stopt uw auto niet als u
niet zelf stopt wanneer u een continu signaal
hoort.
N.B.: U kunt de manoeuvre overnemen door
het stuur vast te nemen. Als een bericht in
het display verschijnt, drukt u op de
schakelaar actieve parkeerhulp om te
hervatten.
Het systeem werkt wellicht niet correct
onder de volgende omstandigheden:
•
er wordt een reserveband of een band
die meer is versleten dan de andere
banden gebruikt;
•
u gebruikt een bandenmaat die niet
wordt aanbevolen door Ford;
•
u probeert te parkeren in een krappe
bocht;
•
de weersomstandigheden zijn slecht
(zware regenval, sneeuw, mist,
enzovoort).
151