7.6 Diagnostische functies
Diagnostic
Menu
(Diagnostiek)
Item
Print Config.
(Configuratie
afdrukken)
Dump Mode
(Dumpmodus)
Print Head
(Printkop)
Display
(Weergave)
Sensor
(Configuratie afdrukken)
(Dumpmodus)
Print Head (Printkop)
Display (Weergave)
De huidige printerconfiguratie afdrukken. De afdruk van de configuratie
bevat een testpatroon van de printkop. Aan de hand hiervan kunt u zien of
het verwarmingselement van de printkop mogelijk beschadigd is.
Raadpleeg paragraaf
markering, zelftest en activering dumpmodus
De gegevens van de communicatiepoort vastleggen en de gegevens
afdrukken die door de printer zijn ontvangen. In de dumpmodus worden
alle tekens in twee kolommen afgedrukt. De tekens in de linkerkolom
worden door het printersysteem verzonden en de tekens in de
rechterkolom zijn de bijbehorende hexadecimale waarden. Aan de hand
hiervan kunt u het programma verifiëren en eventuele problemen oplossen.
Raadpleeg paragraaf
markering, zelftest en activering dumpmodus
Opmerking
Voor de dumpmodus is een papierbreedte van 101,6 mm vereist.
Controleren of de printkop zichtbare dots bevat en de temperatuur van de
printkop controleren.
De kleurenstatus van het scherm controleren.
De intensiteit en leesstatus van de sensor controleren.
Item
Diag Gap (Diagnostiek
ruimte)
Diag Black Mark
(Diagnostiek zwarte
markering)
Diag Ribbon End
(Diagnostiek einde lint)
Print Config.
Dump Mode
Sensor
Beschrijving
6.1.2 Kalibratie ruimtesensor/sensor zwarte
6.1.2 Kalibratie ruimtesensor/sensor zwarte
Beschrijving
De huidige waarde ophalen uit de
ruimtesensor.
De huidige waarde ophalen uit de sensor
zwarte markering.
De huidige waarde ophalen uit de sensor
einde lint.
78
Diag Gap
(Diagnostiek ruimte)
Diag Black Mark
(Diagnostiek zwarte
markering)
Diag Ribbon End
(Diagnostiek einde lint)
voor meer informatie.
voor meer informatie.