6.1.4 Kalibratie mediasensor (voor de sensor zwarte markering)
1.
Schakel de printer uit.
2.
Houd de Selectie-knop ingedrukt en gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat in te
schakelen.
3.
Laat de knop los als Bline Calibration (Bline-kalibratie) op het scherm wordt weergegeven.
Opmerking
De kleur van het statuslampje verandert als volgt:
Oranje (brandt continu) rood (vijf keer) oranje (vijf keer) groen (vijf keer)
groen/oranje (vijf keer) rood/oranje (vijf keer) groen (brandt continu)
6.1.5 Kalibratie mediasensor (voor de ruimtesensor)
1.
Schakel de printer uit.
2.
Houd de Selectie-knop ingedrukt en gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat in te
schakelen.
3.
Laat de knop los als Gap Calibration (Ruimtekalibratie) op het scherm wordt
weergegeven.
Opmerking
De kleur van het statuslampje verandert als volgt:
Oranje (brandt continu) rood (vijf keer) oranje (vijf keer) groen (vijf keer)
groen/oranje (vijf keer) rood/oranje (vijf keer) groen (brandt continu)
61