6.1.3 Printerinitialisatie
Bij de printerinitialisatie wordt het DRAM-geheugen van de printer gewist en worden de
fabrieksinstellingen hersteld.
1.
Schakel de printer uit.
2.
Houd de Selectie-knop ingedrukt en gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat in te
schakelen.
3.
Laat de knop los als Factory Default (Fabrieksinstellingen) op het scherm wordt
weergegeven.
Opmerking
De kleur van het statuslampje verandert als volgt:
Oranje (brandt continu) rood (vijf keer) oranje (vijf keer) groen (vijf keer)
groen/oranje (vijf keer) rood/oranje (vijf keer) groen (brandt continu)
Na de initialisatie worden de volgende fabrieksinstellingen hersteld:
Parameter
Snelheid
Dichtheid
Labelbreedte
Labelhoogte
Soort sensor
Ruimte-instelling
Afdrukrichting
Referentiepunt
Verschuiving
Afsnijdmodus
Modus
Labelverwijderaar
Snijmodus
Terugspoelmodus
Codepagina
Landcode
Flash-geheugen wissen Nee
Standaardinstelling
152,4 mm/sec (6 ips) (203 DPI)
101,4 mm/sec (4 ips) (300 DPI)
76,2 mm/sec (3 ips) (600 DPI)
8
101,5 mm
101,5 mm
Ruimtesensor
3 mm
0
0,0 (linker bovenhoek)
0
Aan
Uit
Uit
Uit
850
001
60