5. Gebruik de afstelknop voor de mediasensorpositie om de mediasensor te verplaatsen.
Controleer of de positie van de ruimtesensor of de sensor zwarte markering overeenkomt met
de ruimtesensor/sensor zwarte markering op de labelrol.
6. Gebruik de labelgeleider voorzijde om de
positie van de media in te stellen.
Opmerking
•
Zorg dat u de media altijd door de
mediasensor voert.
•
De locatie van de sensor wordt
aangegeven met een driehoekje
(ruimtesensor) en een pijltje
(sensor zwarte markering).
•
De positie van de mediasensor kan
worden gewijzigd. Controleer of de
positie van de ruimtesensor of de
sensor zwarte markering
overeenkomt met de
ruimtesensor/sensor zwarte
markering op de labelrol.
7. Sluit de printkop aan beide zijden tot u
een klik hoort.
8. Stel het soort mediasensor in en kalibreer
de geselecteerde sensor.
25
Sensor zwarte markering
(aangegeven met
)
Ruimtesensor
(aangegeven met
)