2
Open de klep van het batterijcompartiment.
Zie stap 1 op p.51.
3
Plaats de batterijhouder in het batterijcompartiment totdat
deze vergrendelt, en sluit de batterijklep.
• Als u de AA-batterijen gebruikt, stel dan het type AA-batterij in bij [AA-batterij]
in het menu [R Instellen 3] voordat u de camera in gebruik neemt. (p.235)
• Controleer of de batterijen correct zijn geplaatst als de camera niet goed
werkt.
Indicatie batterijniveau
U kunt het resterende batterijniveau bevestigen door
in het statusscherm of Live Weergave-scherm, aan te vinken.
Scherm
w (groen)
x (groen)
f (oranje)
y (geel)
F (rood)
[Batterij leeg]
• Zelfs wanneer het batterijniveau toereikend is, wordt mogelijk toch f,
y of F (rood) getoond wanneer de camera wordt gebruikt bij lage
temperaturen of wanneer langere tijd continu opnamen worden gemaakt.
• De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk
afnemen. Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra
batterijen bij de hand, die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken van
kamertemperatuur worden de batterijprestaties weer normaal.
• Zorg ervoor dat u extra batterijen bij u hebt als u naar het buitenland gaat
of een groot aantal opnamen maakt.
Batterij is vol.
Batterij is bijna vol. (alleen D-LI109)
Batterij is bijna leeg. (alleen D-BH109)
Batterij is bijna leeg. (alleen D-LI109)
Batterij is bijna leeg.
Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera
uitgeschakeld.
, getoond
w
Batterijniveau
53
2