28
* Bij indicator 25 worden er meerdere gezichtsdetectieframes getoond
indien [Contrast-AF] ingesteld is op [Gezichtsherkenning]. Een hoofd
gezichtsdetectieframe wordt geel, en de andere frames wit, weergegeven. (p.115)
• Het beeld dat in Live weergave kan afwijken van de uiteindelijke opname als
1
de lichtomstandigheden afwijken van normaal (te veel of te weinig licht).
• Het beeld kan tijdens Live weergave flikkeren indien er tijdens de opname
wijzigingen in de lichtbron optreden. U kunt het flikkeren verminderen door
het instellen van de vermogensfrequentie via [Flikkerreductie] in het
[R Instellen 2] menu in te stellen op wat in uw regio gebruikt wordt.
• Als de stand van de camera tijdens Live weergave snel wordt gewijzigd,
wordt het beeld wellicht niet met de juiste helderheid weergegeven.
Wacht dan tot het beeld stabiliseert, voordat u een opname maakt.
• Onder omstandigheden met weinig licht kan er ruis ontstaan in het beeld
van de Live weergave.
• Hoe hoger de gevoeligheidswaarde, des te meer ruis en kleurinstabiliteit
kan er optreden in het monitorbeeld en/of de gemaakte opname.
• Als u gedurende langere tijd opnamen maakt, neemt de temperatuur in de
camera toe, met opnamen van mindere kwaliteit als gevolg. We raden u aan
om de camera uit te schakelen als u geen opnamen maakt. Laat de camera
afkoelen tussen opnamen met een lange belichtingstijd en video-opnamen
om te voorkomen dat de beeldkwaliteit achteruit gaat.
• Als de interne temperatuur van de camera te hoog wordt, wordt l
(temperatuurwaarschuwing) getoond en wordt de Live Weergave misschien
niet getoond. Stop in dit geval de opnamen of gebruik de zoeker.
U kunt de weergave-instellingen van de Live Weergave wijzigen
in [Live weergave] van het [A Opnamemodus 4] menu. (p.116)