5.1
Dichtheidscontrole van het Containment System
Overdrukbehuizing Ex px resp. Ex pz
De analysatoren mogen alleen in explosiegevaarlijk gebied gebruikt worden, wanneer vóór inbedrijfsname alle vereiste
gastoevoer- en afvoerleidingen aangesloten zijn en met 1,5 maal de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk op afdichting en
sterkte gecontroleerd zijn.
De vereiste gastoevoer- en afvoerkanalen vallen onder de verantwoordelijkheid van de exploitant. Ze dienen echter ook te
voldoen aan de vereisten voor het ontstekingsbeveiligingstype "overdrukbehuizing" en moeten separaat gecontroleerd
worden volgens de EN 609079-2 normering.
5.1.1
Aanbevolen testmodule CALOMAT 6F, CALOMAT 62F en OXYMAT 6F
2, 4
Aansluitingen meetgaspad
11, 12
3
Aansluiting compensatiegas (indien aanwezig)
21
BI
Pluggen
Beeld 5-1
Aanbevolen testmodule voor CALOMAT 6F, CALOMAT 62F en OXYMAT 6F
Installeer de testmodule als volgt:
1. Sluit de meetgasuitgang
2. Wanneer het apparaat een compensatiegasaansluiting heeft, sluit u deze ingang
3. Voor de meetgasingang
(V1) in de toevoerleiding voor het meetgas.
4. Voor het blokkeringsventiel V1 sluit u een drukregelaar aan met een meetbereik van 200 kPa (OXYMAT 6F) resp.
50 kPa (CALOMAT 6F) en een instelling van telkens 0,1 kPa.
22
②
af met een plug
①
installeert u een passend blokkeringsventiel (bijv. naaldafsluiter) met voldoende afdichting
M
Manometer (relatieve druk)
PR
Drukregelaar
V1
Blokkeringsventiel (lekkage <10
Informatie op basis van ATEX voor gebruik in explosiegevaarlijke ruimtes
kPa*l/s
-6
③
ook met een plug af.
A5E03312404-01, 12/2010