Basisbediening van de
camcorder
Bedieningsstanden
De bedieningsstand van de camcorder
wordt bepaald door de stand van het
programmakeuzewiel. In deze
handleiding betekent het symbool
dat een functie beschikbaar is in de
afgebeelde bedieningsstand en
betekent het symbool
functie niet beschikbaar is. Als geen
bedieningsstandsymbolen worden
getoond, dan is de functie in alle
bedieningsstanden beschikbaar. Zie de
tabel hieronder voor een overzicht van
de bedieningsstanden.
De
-toets: de stand
flexibele opnamestand
De camcorder biedt twee standen voor
het opnemen van video of het maken
van foto's: de stand
beginners of als u zich niet bezig wilt
houden met gedetailleerde
camcorderinstellingen, en de flexibele
Program
Bedieningsstand
makeuze
wiel
* Alleen
/
dat de
of
voor
Weergegeven
pictogram
* /
(Groen)
* /
(Blauw)
* /
(Groen)
* /
(Blauw)
.
opnamestand waarmee u de
camcorderinstellingen aan uw wensen
kunt aanpassen.
Druk op de
te gebruiken (het blauwe lampje
van de toets gaat branden). U hoeft zich
geen zorgen te maken over de
instellingen en kunt direct beginnen met
het opnemen van video door
eenvoudigweg de zoomregelaar (
en
(
Start/Stop
foto's te maken door eenvoudigweg de
zoomregelaar en
gebruiken.
U kunt ook de snelstartfunctie (Quick
Start) gebruiken (
nogmaals op de
Functie
Films opnemen in het interne geheugen* / op de
geheugenkaart
Foto's maken in het interne geheugen* / op de
geheugenkaart
Films afspelen vanuit het interne geheugen* / de
geheugenkaart
Foto's weergeven vanuit het interne geheugen* /
de geheugenkaart
-toets om de stand
29) te gebruiken of
(
51) te
PHOTO
32). Druk
-toets als u terug
31)
NL
29
51
33
53
21