Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie en aansluiting
Bodem
(A)
(A)
Verwijderen van de transportbeveiligingen
Watertoevoeraansluiting
De machine moet geplaatst worden op een vlakke, stevige bodem (beton of
vaste grond). Een lichte verankering (M12) op de voorziene plaatsen (A) in het
voetstuk (Zie 2. Afmetingen) is aan te raden.
De machine moet waterpas geplaatst worden.
Om op een eenvoudige manier onderhoudsbeurten te kunnen uitvoeren (bij het
plaatsen van meerdere machines naast elkaar) is het aangewezen een
minimum afstand van 700mm tot 800mm tussen de machine te voorzien.
Aan de voor- en achterzijde van de machine moet voldoende ruimte zijn voor de
(A)
veiligheid van de bediener.
Om beschadiging tijdens het transporteren te vermijden werd de
machine uitgerust met een rode transportbeveiliging (A) die elke
beweging van de kuip verhindert.
Neem het servicepaneel af en verwijder de transportbeveiliging (A)
nadat de machine waterpas geplaatst is.
A
Met de machine worden slangen meegeleverd van 3/4" voor HM270-HM330-
HM490 en 1" voor HM670-aansluitingen die passen op de waterinlaten
van de machine en de aansluitkranen op de waterleiding. Voorzie ook twee
terugslagkleppen en een filter bovenaan de machine.
Om een goede werking van de inlaatventielen te waarborgen moet de waterdruk
van de voedingsleiding tussen 0,5 en 10 kg/cm² (7 en 145 psi) liggen.
In geval van een te lage druk wordt de programmatijd abnormaal lang.
Bij machines die gevoed zijn met warm water moet er steeds voldoende warm
water van max. 90°C beschikbaar zijn:
HM270: 210 liter;
HM330: 257 liter;
HM490: 382 liter;
HM670: 522 liter.
Belangrijk
De machine mag in geen geval in werking gesteld worden
vooraleer deze transportbeveiligingen verwijderd zijn.
3
18
Advertenties
Inhoudsopgave
