®
GEDA
300 Z / ZP
3.6
Mast
3.6.1
Neiging mast
Verticale neiging van de mast max. 0,5°. Neiging tijdens en na de
montage met geschikte middelen controleren.
3.7
Technische opgaven voor de montage
3.7.1
Fundament
Het fundament moet de betreffende lasten veilig overdragen naar de ondergrond.
Daarom moeten vóór alle montagewerkzaamheden de volgende punten gecontroleerd
worden.
Aangezien het draagvermogen van de ondergrond vaak maar moeilijk kan worden
ingeschat, moet bij de minste twijfel, met name bij hoge / gecompliceerde bovenbouw, een
deskundige op het gebied van ondergronden erbij worden gehaald.
Bij de beoordeling van de ondergrond moet rekening worden gehouden met de volgende
punten:
Als lastverdelende funderingen kunnen staalplaten en beton worden gebruikt.
Het fundament moet horizontaal zijn. De opgaven over de gronddruk zijn zonder
veiligheidsfactoren.
3.7.2
Gronddruk
Opbouwhoogte (m)
Gewicht
(kg)
Draagvermogen
(kN/m²)
BL 121 NL
Bewijs van het draagvermogen van het fundament
Bewijs van het draagvermogen van de ondergrond
Toelaatbare maximale gronddruk
Te verwachten verzakkingen
Te verwachten grondwaterstanden
Te verwachten dooi resp. vorst
Te verwachten bouwactiviteiten in de directe omgeving van de
plaats van opbouw
10
1815
2130
73
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
20
30
40
2500
2870
86
101
115
Pagina 16 van 101
50
3185
128
Rev.: 001
2011 / 05