®
GEDA
300 Z / ZP
3.9.3
Verankeringskrachten
De verankeringskrachten moeten zeker door het gebouw / de steiger worden opgenomen.
Evt. moet dit door een hiervoor gekwalificeerde bouwkundige gecontroleerd worden. De
keuze van de bevestigingselementen is afhankelijk van de omstandigheden (deuvels /
doorloopbouten).
De verankeringskrachten kunnen worden afgeleid uit de onderstaande tabel. De maximum
krachten van de voorgestelde opbouwgeometrie zijn aangegeven. Met veiligheidsfactoren
is geen rekening gehouden. Als de voorgestelde opbouwgeometrie wordt veranderd, dan
moeten de verankeringskrachten worden opgevraagd.
Opbouw voor de muur
A = 1,1 m; B = 1,58 m; C = max. 0,2 m
Windregio
A / B / C
D
E
BL 121 NL
Bovenste verankering
(uitstekend deel van de
mast 3 m)
F
x
5,4 kN
6,8 kN
8,6 kN
Pagina 22 van 101
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
Overige verankeringen
(resp. bovenste verankering
zonder uitstekend deel van
F
F
y
x
7,4 kN
3,3 kN
9,1 kN
4,2 kN
11,5 kN
5,3 kN
de mast)
F
y
4,6 kN
5,6 kN
7,0 kN
Rev.: 001
2011 / 05