Brandstof
AANWIJZING:
– Gebruik voor het bevestigen van de kunststof leidingen
alleen slangklemmen van roestvrij staal.
– Metalen leidingen: zorg ervoor dat er schoon gewerkt
wordt! Verwijder vóór de montage alle verontreinigingen of
bramen van de verbindingspunten!
– Draai wartelmoeren niet te vast aan (anders ontstaan
lekken).
– Leg de brandstofleiding indien mogelijk recht en iets
omhoog liggend aan, zodat luchtbellen naar het
verwarmingsapparaat toe ontsnappen.
– Bevestig de leiding op regelmatige afstanden om
doorhangen te voorkomen; vermijd knikken.
– Houd afstand tot warmtebronnen. Pas indien nodig
hittebescherming toe!
– Brandstofleiding iø = 2 mm, grotere diameters leiden tot
storingen door gasbellen.
6.5.
Brandstofpomp
De verwarmingsapparaten Air Top 2000 STC, Air Top Evo 40 en Air Top Evo
55 mogen uitsluitend met de brandstofpomp DP 42 worden gebruikt.
De brandstofpomp is een gecombineerd transport-, doseer- en
afsluitsysteem en is onderworpen aan bepaalde inbouwcriteria
(voor de inbouwpositie zie Afb. 22 (DP42)).
De brandstofpomp wordt via een eigen kabelboom aangestuurd en voert de
brandstof afhankelijk van het benodigde verwarmingsvermogen naar de
verbrandingskamer van het verwarmingsapparaat. De aparte
brandstofpompen maken daarbij door de afzonderlijke persslagen een
tikkend geluid.
22
Scheepsluchtverwarmingsapparaten
Air Top 2000 STC / Evo 40 / Evo 55
6.5.1.
Inbouwlocatie
De brandstofpomp mag niet in het stralingsbereik van hete onderdelen
gemonteerd worden. Evt. moet een hitteschild worden aangebracht. De
geprefereerde inbouwruimte is in de buurt van de tank.
Bouw de pomp in op een droge/koele plaats. Geen inbouw in bilge.
Houd rekening met de doorstroomrichting van de pomp.
Toegestane omgevingstemperatuur zie Hoofdstuk 13, "Technische
gegevens".