Oliefilter vervangen
Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren. Tap
eerst de olie af via de plug aan de onderkant van
het filter. Verwijder het oude filter met een
oliefiltergereedschap. Smeer de rubberen
afdichting met nieuwe olie, installeer het filter
vervolgens door het met de hand stevig naar rechts
te draaien. Draai het filter vervolgens nog een +
slag vast. Controleer of de aftapplug weer is
geïnstalleerd, voor u de motor start.
Start de motor en controleer op lekkage.
Controleren van het oliepeil van de
transmissie
1. Verwijder de kap op de transmissie. Maak de
beide schroeven los (een aan iedere kant) en til
de transmissiekap eraf.
2. Controleer of er olie in de olietank van de
transmissie zit. Vul indien nodig bij met
motorolie SAE 10W/30 (klasse SF-CC).
Smeren van riemspanner
De riemspanner moet regelmatig ingevet worden
met molybdeendisulfidevet van goede kwaliteit*.
1 nippel vanaf de rechterkant onder de onderste
poelie van de motor, tot er vet uitkomt.
Bij dagelijks gebruik moet het smeren twee keer
per week worden uitgevoerd.
Algemeen smeren
Alle gewrichten en lagers zijn bij de produktie
gesmeerd met molybdendisulfidevet. Nasmeren
met hetzelfde type vet*. Smeer de besturings- en
bedieningskabels met motorolie.
Voer deze smering regelmatig uit, bij dagelijks
gebruik van de machine moet de smering twee
keer per week worden uitgevoerd.
* Vet van bekende merken (oliemaatschappijen
enz.) is normaliter van goede kwaliteit. De
belangrijkste eigenschap is dat het vet een goede
bescherming tegen corrosie biedt.
SMEREN
8009-466
6008-039H
6008-240H
6008-232
39
Nederlands –