het display. Als u dit wel doet, kunnen de
gegevens worden beschadigd.
• Een geheugenkaart die niet wordt herkend,
moet worden verwijderd en teruggeplaatst in
de IC-recorder.
• Sluit het klepje van de geheugenkaart stevig.
Laat geen vloeistoffen, metalen,
ontbrandbare stoffen of andere voorwerpen
dan geheugenkaarten in de
geheugenkaartsleuf komen. Dat kan brand,
elektrische ontladingen en storingen
veroorzaken.
De bestemming van de
IC-recorder wijzigen in
geheugenkaart (in het
selectievenster voor mappen)
1
Druk op
.
Het selectievenster voor mappen wordt
weergegeven.
2
Druk op
.
druk op
of
v
V
het tabblad
selecteren en druk vervolgens op
/ENT.
N
3
Druk op
of
v
om "Memory Card" te selecteren en druk
vervolgens op
50
NL
op de bedieningstoets,
op de bedieningstoets om
(intern geheugen) te
op de bedieningstoets
V
/ENT.
N
Het tabblad
(intern geheugen)
verandert in het tabblad
geheugen) en het selectievenster voor
mappen wordt weergegeven.
4
Druk op
x
STOP om terug te keren naar
het display van de stopstand.
Gebruik van het interne geheugen
Selecteer "Built-In Memory" in stap 3.
(extern