De radar gebruiken
Instellingen voor veilige zone aanpassen:
1. Selecteer
Menu
>
Overige schepen
2. Maak een keuze uit de volgende opties:
•
Bereik: hiermee kunt u de straal van de cirkel voor de veilige zone wijzigen van 500 voet tot 2,0 zeemijl
(of 150 m tot 3 km, of 500 voet tot 2,0 mijl).
•
Tijd tot
(veilige zone): hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer AIS of MARPA vaststelt dat
een vaartuig of voorwerp de veilige zone binnen het vooraf ingestelde tijdinterval (van 1 tot 24 minuten)
zal doorkruisen.
Weergave-instelling: hiermee stelt u in hoe andere schepen worden weergegeven in het radarscherm.
•
Weerg.bereik: hiermee stelt u in hoe ver van uw locatie de AIS-schepen worden weergegeven.
•
Details: de details voor elk schip weergeven of verbergen.
•
geproj. koers: hiermee stelt u in hoe lang de koers wordt geprojecteerd.
•
paden: hiermee bepaalt u het aantal minuten dat paden van schepen waarvan u de positie bijhoudt
(pagina
51) worden weergegeven op het radarscherm. U kunt paden ook uitschakelen.
Geavanceerde radarconfiguratie
Selecteer in het radarscherm
rotatiesnelheid: (alleen modellen uit de GMR 18/24/404/406-series): hiermee snelt u de rotatiesnelheid van
uw radar in op Normale snelheid of Hoge snelheid. Bij de optie Hoge snelheid wordt de draaisnelheid van
de antenne verhoogd, waardoor het scherm sneller wordt ververst.
Voorzijde boot: offset van de boeg als u de radar in een hoek aanbrengt.
gegevensbalken: de waarden voor onder motor, navigatie, vissen, brandstof of onder zeil tonen of verbergen
(pagina
9).
Weergave: de weergaveopties voor de radar instellen.
•
Kleurschema: de kleuren wijzigen die voor de radarweergave worden gebruikt.
•
Oriëntatie: hiermee wijzigt u het perspectief van de radarweergave.
•
Kijk-voor.snlhd: inschakelen om uw positie naar de onderkant van het scherm te verplaatsen als uw
snelheid hoger wordt. Voer voor de beste werking uw topsnelheid in.
•
Koerslijn: een lijn in de vaarrichting weergeven of verbergen.
•
Cirkels: de bereikcirkels van de radar weergeven of verbergen.
•
Navigatielijnen: een gekleurde lijn tonen of verbergen die de route aangeeft die u momenteel aflegt.
•
Waypoints: waypoints binnen het op het radarscherm weergegeven bereik tonen of verbergen.
Alleen navigatie
Selecteer
huidige route.
44
>
Aanvaringsgevaar
Menu
>
radar instelling
om alleen de waypoints weer te geven die te maken hebben met de
in het radarscherm.
voor toegang tot de geavanceerde radarinstellingen.
Gebruiksaanwijzing GPSMAP
4000/5000-serie
®