Kaarten gebruiken
Oppervl. radar: geef radarreflecties weer vanaf het wateroppervlak wanneer het toestel is aangesloten op een
maritieme radar
(pagina
39).
gegevensbalken: de waarden voor onder motor, navigatie, vissen, brandstof of onder zeil tonen of verbergen
(pagina
9).
Kaartweergave: de 3D-perspectiefkaart aanpassen.
•
Afstandcirkels: de afstandcirkels voor de afstandsmeting in- of uitschakelen.
•
Veilige diepte: hiermee past u de veilige diepte voor uw boot aan. Als het toestel is aangesloten op een
optionele echoloodmodule en het ondiepwateralarm geactiveerd is
boot in water terechtkomt dat ondieper is dan deze instelling.
•
Corridor brdte: hiermee kunt u de breedte van de koerslijn voor de navigatie aanpassen. Deze instelling
heeft ook invloed op routes (route naar) maar niet op automatische begeleiding (Begeleid naar).
De radarprojectie gebruiken
Wanneer u uw kaartplotter aansluit op een optionele maritieme radar van Garmin, kunt u de radarprojectie
gebruiken om radargegevens te projecteren op de navigatiekaart
Tracks gebruiken
Een track is een registratie van uw route. De track die momenteel wordt geregistreerd is de actieve track.
Een actieve track kan worden opgeslagen.
Het tracklogboek inschakelen:
Selecteer in de navigatie- of 3D-perspectiefkaart
achter uw boot op de kaart geeft uw route aan.
2
3D-perspectief met oppervlakteradargegevens
Menu
(pagina
56), klinkt er een alarm als uw
(pagina
42).
>
Waypoints en tracks
>
Gebruiksaanwijzing GPSMAP
Tracks
> Aan. Een lijn
4000/5000-serie
®