Alarmen Instellen; Systeemwaarschuwingen Instellen - Garmin GPSMAP 4000 Series Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails
Zie ook voor GPSMAP 4000 Series:
- Installatie en gebruikshandleiding (116 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (54 pagina's) ,
- Supplement gebruikershandleiding (24 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
De kaartplotter configureren
NMEA 2000 Instelling: de toestellen die zijn aangesloten op het NMEA 2000-netwerk weergeven en
configureren en overbruggen instellen op Aan, Uit of Automatisch.
•
Toestellenlijst: hierin staan de NMEA 2000-toestellen in uw netwerk vermeld. Als het NMEA 2000-toestel
configuratieopties of -instellingen heeft, selecteert u het toestel voor een lijst met opties.
•
Overbrug uitvoer: overbrugging van uitvoer vindt plaats wanneer een kaartplotter NMEA 0183-gegevens
ontvangt van een willekeurige bron, deze omzet in NMEA 2000-gegevens en deze vervolgens verzendt
via de NMEA 2000-bus. Selecteer
Auto
Selecteer
om de kaartplotters in het netwerk met elkaar te laten onderhandelen om te bepalen welke
kaartplotter deze functie zal uitvoeren. Er mag slechts één kaartplotter op het netwerk zijn die NMEA
0183-gegevens overbrugt via de NMEA 2000-bus.
Draadloze toestellen: laat draadloze toestellen, zoals een afstandsbediening of optische muis communiceren
met de kaartplotter.
Voorkeursbronnen: selecteer een voorkeurstoestel wanneer er meer dan één bron beschikbaar is voor
dezelfde functie.
Marine Network: herzie alle aangesloten Garmin Marine Network-toestellen. Zie
Alarmen instellen
U kunt op het toestel voor bepaalde situaties geluidswaarschuwingen instellen. Standaard zijn alle
waarschuwingen uitgeschakeld.
Een waarschuwing instellen:
1. Selecteer in het startscherm
2. Selecteer een waarschuwingscategorie.
3. Selecteer een waarschuwing.
4. Selecteer
Aan
om de waarschuwing in te schakelen en geef dan de waarschuwinginformatie op.
Navigatiealarmen instellen
Om een navigatiewaarschuwing in te stellen, selecteert u in het startscherm
Aankomst: hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer u zich binnen een opgegeven afstand van een
koerswijziging of waypoint bevindt of binnen een opgegeven tijdsduur een koerswijziging of waypoint zult
bereiken.
•
Type: kies of u alleen een aankomstalarm wilt horen wanneer u uw bestemming nadert of ook wanneer u
koerswijzigingen nadert. Kies Uit om aankomstalarmen uit te schakelen.
•
Activering: selecteer of het aankomstalarm wordt getriggerd door een bepaalde tijd of een bepaalde
afstand tot de plaats van bestemming.
•
Wijzig tijd/Wijzig afstan: als u bij Activering voor Tijd hebt gekozen, selecteert u
stellen hoeveel minuten voor aankomst het alarm afgaat. Als u bij Activering voor Afstand hebt gekozen,
Wijzig afstand
selecteert u
(GPSMAP 4000-serie) of het schermtoetsenbord (GPSMAP 5000-serie) kunt u de tijd of afstand wijzigen.
Krabbend anker: hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer de boot afdrijft en daarbij een
opgegeven afstand overschrijdt.
Koersfout: hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer de boot van de koers afwijkt en daarbij een
opgegeven afstand overschrijdt.
Systeemwaarschuwingen instellen
Om een systeemwaarschuwing in te stellen, selecteert u in het startscherm
Systeem.
Wekker: hiermee stelt u een waarschuwing in met behulp van de systeemklok (GPS). Voor gebruik van
de wekker moet het toestel zijn ingeschakeld.
34
Aan
Uit
of
om deze functie voor de kaartplotter in of uit te schakelen.
Configureer
> Alarmen.
om in te stellen hoe ver voor aankomst het alarm afgaat. Met de
pagina
Instellen
Alarmen
>
Wijzig tijd
Configureer
>
Gebruiksaanwijzing GPSMAP
37.
> Navigatie.
om in te
tuimelknop
Alarmen
>
4000/5000-serie
®
Advertenties
Inhoudsopgave
