3. Zet de motor af.
4. Verwijder de gaffelpen en de R-pen waarmee de
cilindervergrendelingen bevestigd zijn.
5. Verwijder de cilindervergrendelingen.
6. Breng de armen van de lader omlaag.
7. Breng de cilindervergrendelingen aan over de
hydraulische slangen en bevestig ze met de
gaffelpennen en R-pennen (Figuur 20).
Figuur 20
1. Hydraulische slangen
2. Cilindervergrendelingen
Werktuigen gebruiken
Een werktuig bevestigen
Belangrijk: Gebruik uitsluitend door Toro
goedgekeurde werktuigen. Werktuigen
kunnen verandering in de stabiliteit en de
gebruikseigenschappen brengen en de machine
minder stabiel maken. De garantie op de machine
kan komen te vervallen als werktuigen worden
gebruikt die niet zijn goedgekeurd.
Belangrijk: Voordat u het werktuig monteert,
moet u ervoor zorgen dat de bevestigingsplaten
vrij van vuil zijn en de pennen onbelemmerd
ronddraaien. Als de pennen niet vrij ronddraaien,
moeten ze gesmeerd worden.
1. Plaats het werktuig op een horizontaal oppervlak
en zorg ervoor dat er achter het werktuig genoeg
ruimte voor de machine is.
2. Start de motor.
3. Kantel de bevestigingsplaat voor het werktuig naar
voren.
4. Plaats de bevestigingsplaat in de bovenste lip van de
ontvangerplaat op het werktuig (Figuur 21).
3. R-pen
4. Gaffelpen
1. Bevestigingsplaat
5. Breng de armen van de lader omhoog terwijl u
tegelijkertijd de bevestigingsplaat naar achteren
kantelt.
Belangrijk: U moet het werktuig omhoog
brengen totdat het vrij is van de grond, en
de bevestigingsplaat helemaal naar achteren
kantelen.
6. Zet de motor af.
7. Zet de snelkoppelingspennen vast en zorg ervoor
dat deze volledig in de bevestigingsplaten zitten
(Figuur 22).
Belangrijk: Indien de pennen niet kunnen
ronddraaien als ze zijn vastgezet, is de
bevestigingsplaat niet precies recht tegenover
de openingen in de ontvangerplaat van
het werktuig geplaatst. Controleer de
ontvangerplaat en maak deze zonodig schoon.
23
Figuur 21
2. Ontvangerplaat