Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bandenspanning Controleren; Motor Starten; Rijden Met De Tractie-Eenheid; De Tractie-Eenheid/Motor Stoppen - Toro Dingo 320-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Dingo 320-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Beweeg de tractieaandrijfhendels langzaam vooruit
of achteruit.
4. Als de tractie-eenheid beweegt, neem dan contact
op met uw erkende Toro-verdeler voor onderhoud.

Bandenspanning controleren

Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Zorg ervoor dat de bandenspanning volgens specificatie
is. De bandenspanning kan het best bij koude banden
worden gecontroleerd.
Druk: 103-138 kPa
Opmerking: Gebruik een lagere bandenspanning
(103 kPa) op mulle ondergrond voor betere tractie in
de losse grond.
Figuur 17
1. Ventiel

Motor starten

1. Ga op het platform staan.
2. Controleer of de hulphydrauliekhendel zich in de
neutraalstand bevindt.
3. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam
(schildpad) en Snel (haas).
4. Breng de sleutel in het contact en draai op de stand
lopen.
Opmerking: De lampjes van de accu, oliedruk en
gloeibougies gaan branden.
5. Wanneer het gloeibougielampje dooft, kunt u de
sleutel op start draaien. Laat het sleuteltje los zodra
de motor aanslaat.
Opmerking: Als de motor warm is, hoeft u niet
te wachten tot het lampje dooft.
Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet
langer dan 10 seconden in werking. Als de
motor niet wil starten, moet u na elke poging
de motor 30 seconden laten afkoelen. Indien u
1
G003793
21
deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor
doorbranden.
6. Zet de gashendel in de gewenste stand.
Belangrijk: Als de motor op volle toeren
draait terwijl het hydraulische systeem koud
is (bijvoorbeeld als de omgevingstemperatuur
rond of onder het vriespunt is), kan er schade
aan het hydraulische systeem ontstaan. Als u
de motor start in koude weersomstandigheden,
moet u de motor 2 tot 5 minuten halfgas laten
lopen voordat u de gashendel op Snel (haas) zet.
Opmerking: Als de buitentemperatuur onder
het vriespunt is, sla de machine dan in een garage
op. Zo blijft de machine warmer en kan deze
makkelijker starten.

Rijden met de tractie-eenheid

Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Zet de gashendel op snel (konijn) om de beste prestaties
te verkrijgen.
Opmerking: U kunt de gasinstelling gebruiken om
met lagere snelheden te werken.
Om met de tractie-eenheid te rijden dient u de volgende
handelingen uit te voeren zoals vereist:
• Om vooruit te rijden beweegt u de
tractiebedieninghendels naar voren.
• Om achteruit te rijden beweegt u de
tractiebedieninghendels naar achteren.
• Om recht te rijden beweegt u de beide
tractiebedieninghendels gelijk.
• Om te keren beweegt u de hendel aan de kant
waar u naartoe wilt draaien terug achteruit naar
de neutraalstand terwijl u de andere hendel
ingeschakeld houdt.
• Om te vertragen of te stoppen beweegt u de
tractiebedieninghendels naar de neutraalstand.
Opmerking: Hoe verder u de rijhendels beweegt (in
beide richtingen), des te sneller zal de tractie-eenheid in
de gewenste richting rijden.
De tractie-eenheid/motor
stoppen
1. Beweeg de tractiebedieninghendels naar de
neutraalstand.
2. Zet de gashendel op langzaam (schildpad).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

22337cp22325320-d

Inhoudsopgave