op lage snelheid te schakelen en de hulphydraulica
op hoge snelheid.
Urenteller
De urenteller geeft het aantal uren weer dat de machine
in bedrijf is geweest.
Na 50 bedrijfsuren en daarna om de 75 bedrijfsuren
(dat is na 50, 125, 200, etc.) toont de urenteller SVC
links onderaan op het scherm om u eraan te herinneren
de olie te vervangen en het nodige onderhoud uit te
voeren. Om de 400 bedrijfsuren (400, 800, 1200 etc.)
toont de urenteller SVC rechts onderaan op het scherm
om u te herinneren aan het onderhoud gebaseerd op
een 400-uurschema. Deze mededelingen verschijnen
drie uur voor de onderhoudsinterval op het scherm
en worden daarna gedurende zes uur met regelmatige
tussenpozen herhaald.
Stroomverdeelregelaar
Het hydraulische systeem van de tractie-eenheid (de
tractieaandrijving, laadarmen en werktuigkanteling)
beschikt over een hydraulisch circuit dat afgescheiden
is van de hulphydraulica die vermogen leveren aan
de werktuigen. De twee systemen delen wel dezelfde
hydraulische pompen. Met de stroomverdeelregelaar
(Figuur 9) kunt u de snelheid van de hydraulica van
de tractie-eenheid instellen door hydraulische stroom
af te leiden naar het circuit van de hulphydraulica.
De stroomverdeler laat toe om de vloeistofstroom in
verschillende mate te verdelen om de tractie-eenheid af
te remmen. Hoe meer hydraulische stroom u naar de
hulphydraulica leidt, hoe trager de hydraulica van de
tractie-eenheid zullen werken.
1. Stroomverdeelregelaar
2. Knop
3. 12-uurstand
• Beweeg de stroomverdeelregelaar naar de
12-uurstand om de hydraulica van de tractie-eenheid
maximaal vermogen te geven.
Gebruik deze instelling om de tractie-eenheid snel
te laten werken.
Figuur 9
4. 10- tot 11-uurstand
5. 9-uurstand
• Beweeg de stroomverdeelregelaar tussen de 12- en de
9-uurstand om de hydraulica van de tractie-eenheid
te vertragen en de snelheid fijn af te stellen.
Gebruik een instelling in deze zone bij hydraulische
werktuigen waarbij u zowel het werktuig gebruikt
als de hydraulica van de tractie-eenheid bedient
(grondboor, booreenheid, hydraulisch mes en
grondfrees).
• Beweeg de regelaar naar de 9-uurstand om alle
hydraulische stroom naar de hulphydraulica van het
werktuig te leiden.
In deze instelling werken de hydraulica van de
tractie-eenheid niet. Gebruik deze instelling bij
hydraulische werktuigen die de hydraulica van de
tractie-eenheid niet nodig hebben. Er bestaan op dit
moment geen werktuigen die de 9-uurstand vereisen.
De sleuvengraver werkt echter het beste met een
instelling in de buurt van de 9-uurstand, zodat de
eenheid zich traag voortbeweegt tijdens het graven.
Opmerking: De stroomverdeelregelaar kan op zijn
plaats worden gehouden door de knop op de regelaar
rechtsom te draaien tot hij de schijf raakt (Figuur 9).
Parkeerrem
De tractie-eenheid beschikt over een parkeerrem
(Figuur 10). Draai de remhendel omlaag om de
parkeerrem in te schakelen en de achterwielen te
vergrendelen als u de tractie-eenheid stopt op een helling
of onbeheerd achterlaat. Beweeg de hendel naar boven
voordat u met de tractie-eenheid rijdt.
1. Parkeerremhendel - aan
Controlelampjes
De controlelampjes waarschuwen u bij een
systeemstoring en, in het geval van het gloeibougielampje,
dat de gloeibougies ingeschakeld zijn. Figuur 11 toont
de vier controlelampjes.
16
Figuur 10
2. Parkeerremhendel - uit