De juiste temperatuur
Om levensmiddelen te bewaren, is het
zeer belangrijk, dat u de juiste tempera-
tuur instelt. Levensmiddelen kunnen
door micro-organismen snel bederven.
Als u de juiste temperatuur instelt, voor-
komt of vertraagt u dat proces. De tem-
peratuur heeft invloed op de snelheid
waarmee de micro-organismen groeien.
Als de temperatuur daalt, gaan deze
processen langzamer.
De temperatuur in het koelapparaat
stijgt als:
- de deur van het apparaat vaker en
langer open is
- er meer levensmiddelen worden op-
geslagen
- de vers opgeslagen levensmiddelen
warmer zijn
- de omgevingstemperatuur van het
koelapparaat hoger is. Het koelappa-
raat is geconstrueerd voor een be-
paalde klimaatklasse. Een klimaat-
klasse is een temperatuurbereik waar
de kamertemperatuur niet boven of
onder mag liggen.
84
... in de koelzone en de
MasterFresh-zone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
In het droogvak van de MasterFresh-zo-
ne wordt de temperatuur automatisch
geregeld. Bij een koelzonetemperatuur
van 4 °C bedraagt deze ca. 2 °C.
Let op: bij een warmere temperatuur in
de koelzone stijgt ook de temperatuur
in het droogvak van de MasterFresh-
zone.
Dit is bijvoorbeeld ook het geval wan-
neer u de functies
tie
inschakelt.
Automatische temperatuurverdeling
(DynaCool)
De ventilator wordt automatisch inge-
schakeld, als u de koeling voor de koel-
zone inschakelt. Daarmee wordt de
koude in de koelzone gelijkmatig ver-
deeld, zodat de levensmiddelen die in
de koelzone zijn opgeslagen met onge-
veer dezelfde temperatuur worden ge-
koeld.
Eco-stand
en
Vakan-