Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen
Parameter voor warmtepompcascade
"LON foutmanager 7779"
Per installatie mag slechts één regeling als foutmanager worden
ingesteld.
"Bron tijd 77FE"
"Tijd verzenden 77FF"
"Bron buitentemperatuur 77FC"
"Buitentemperatuur verzenden 77FD"
"Interval voor gegevensoverdracht via LON 779C"
"Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel 7900"
"Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding
6015"
"Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding
7901"
"Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel voor kamer-
verwarming 7902"
"Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/warm water 730D"
Opmerking
De instelling van de extra parameters voor de warmte-
pompcascade gebeurt bij inbedrijfstelling door een
door Viessmann gecertificeerde CV-installateur voor
warmtepompen.
Warmtepomp sluiten
Zie pagina 47.
Instrueren van de installatiegebruiker
De installateur van de installatie moet de bedienings-
handleiding overhandigen aan de gebruiker van de
installatie en de bediening uitleggen.
Daartoe behoren ook alle als accessoire ingebouwde
componenten, bijv. afstandsbedieningen. Bovendien
moet de installateur van de installatie wijzen op de ver-
eiste onderhoudswerkzaamheden.
62
(vervolg)
Instelling
Hoofdwarmtepomp Volgende warmte-
pomp
"0" of "1"
"0" of "1"
"0"
"1"
"0"
"1"
"20"
"0" of "1"
"0" of "1"
"0" of "1"
"0" of "1"
—
"0" of "1"
"0" of "1"
"0" of "1"
"0" of "1"
"1"
"0"
"1"
"0"
"20"
—