Montageverloop
Netaansluiting
(vervolg)
Model 1
10
20
<>U
A
%
2
10
Asy
15
B
%
5
6
4
12
t
C
0.1
12
11
14
L3
L2
L1
A2
A1
Afb.40
Over-/onderspanning in %
A
Fasenasymmetrie in %
B
C
Schakelvertraging in s
Gebruikt contact in het veiligheidscircuit (maakcon-
D
tact)
Werkingsindicatie ("Rel")
E
Storingsindicator fasenuitval/fasenvolgorde ("Ph")
F
Storingsindicator asymmetrie ("Asy")
G
Storingsindicator over-/onderspanning ("<
H
Verklaring van de lichtdiodes
■
Led "Rel" brandt groen:
Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend) zijn in
orde.
■
Led "Ph" brandt rood:
relais is geactiveerd. Linksdraaiend draaiveld.
Alle leds uit:
■
Een of meerdere fasen ontbreken.
■
Led "<
U" brandt rood:
>
Verkeerde spanning op één/meerdere fasen
■
Led "Asy" brandt rood:
Asymmetrie op één/meerdere fasen
46
H
<>U
G
Asy
F
Ph
E
Rel
D
D
U")
>
Model 2
N 11 21
L1 L2 L3
L 1
A
L 2
L 1
L 3
L 2
L 1
L 3
L 2
B
L 3
12 14
22 24
Afb.41
Verklaring van de lichtdiodes
Spanning "U":
A
brandt groen als er spanning op staat.
Relais "R":
B
brandt geel bij correcte fasenvolgorde.
Brandt niet bij verkeerde fasenvolgorde.