Montageverloop
Elektrisch aansluiten
[XÖ
X
7.
Afb.20
Elektrische kabels naar de aansluitruimte leggen
Gevaar
Beschadigde isolatie van leidingen kunnen tot
gevaarlijk letsel door elektrische stroom en tot
schade aan het toestel leiden.
Kabels zo leggen dat ze niet tegen sterk warm-
tegeleidende, vibrerende of scherpe onderdelen
liggen.
22
(vervolg)
9.
6.
4.
11.
10.
6x
5.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen
tot gevaarlijk letsel door elektrische stroom en
tot schade aan het toestel leiden.
Door de volgende maatregelen vermijden dat de
aders tegen de ernaast liggende spanningvoe-
rende delen aankomen:
■
laagspanningskabels < 42 V en kabels
42 V/230 V~/400 V~ gescheiden van elkaar
>
leggen en met kabelbinders bevestigen.
■
Kabels vlak vóór de aansluitklemmen zo kort
mogelijk afstrippen en dicht tegen de bijbeho-
rende klemmen bundelen.
Als twee componenten op een gemeenschap-
■
pelijke klem worden aangesloten, moeten
beide aders samen in één adereindhuls wor-
den geperst.
Om elektrische aansluitkabels (door installateur te
voorzien) te leggen, de positie van de leidingdoorvoe-
ring in het toestel aan de achterkant in acht nemen.
Zie pagina 14.
8.