De machine smeren
De 13 smeernippels van de maaimachine moeten minstens
om de 25 bedrijfsuren worden gesmeerd. Gebruik hiervoor
Nr. 2 smeervet op lithiumbasis voor algemene doeleinden.
De beste resultaten verkrijgt u met een smeerpistool.
De smeerpunten zijn:
2 op de voorste roller (Fig. 24)
2 op de lagers van de messenkooi (Fig. 24)
2 op de trommelassen (Fig. 25)
3 op de differentieel (Fig. 25)
2 op de lagers van de secundaire as van de messenkooi
(Fig. 26)
2 op de draaipunten van de riemspanrol (Fig. 27).
1. Veeg alle smeernippels af met een schone doek.
2. Pomp met het smeerpistool vet in elke nippel totdat dit
moeilijker gaat.
Belangrijk
Bij het smeren mag de druk niet te hoog
zijn omdat anders de pakkingen permanente schade
oplopen.
3. Overtollig vet opnemen.
Figuur 24
Figuur 25
Figuur 26
Figuur 27
23