4. Druk de machine stevig omlaag, boven de messenkooi,
zodat alle messen van de messenkooi de staalstrip
raken.
5. Terwijl u de machine omlaag drukt, schuift u een
voelmaat onder een uiteinde van de trommel. Daarna
doet u dit bij het andere uiteinde van de trommel.
Als de afstand tussen de trommel en het werkoppervlak
aan beide uiteinden groter dan 0,254 mm is, moet u de
trommel afstellen (ga verder met stap 6). Als de afstand
minder dan 0,254 mm is, hoeft de trommel niet te
worden afgesteld.
6. Verwijder de achterste drijfriemkap van de rechterkant
van de machine (Fig. 9).
1
Figuur 9
1. Kap van tractiedrijfriem
7. Draai de aandrijfpoelie rond totdat de gaten zich recht
voor de 4 flensschroeven van het rollager bevinden
(Fig. 10).
8. Draai de vier schroeven van het rollager en de schroef
waarmee de spanpoelie is bevestigd, los.
9. Zet de rechterkant van het rollerstel hoger of lager
totdat de afstand tot het werkoppervlak minder dan
0,254 mm is.
10. Draai de schroeven van het rollager vast.
11. Stel de riemspanning af en draai de bevestigingsschroef
van de spanpoelie vast (Fig. 10).
3
1
2
Figuur 10
1. Aandrijfpoelie
2. 4 gaten
Contact tussen snijplaat en
messenkooi afstellen
U kunt het contact tussen de snijplaat en de messenkooi
afstellen door de stelschroeven van de snijbalk die zich
boven op de machine bevinden, losser of vaster te draaien.
1. Plaats de machine op een vlak, horizontaal oppervlak.
2. Zorg ervoor dat de snijplaat geen contact maakt met de
messenkooi door de stelschoeven van de snijbalk
linksom te draaien (Fig. 11).
1
1. Stelschroef van snijbalk
3. Kantel de maaimachine naar achteren op de handgreep
zodat u bij de snijplaat en de messenkooi kunt komen.
15
3. Spanpoelie
Figuur 11