Tips voor het plaatsen van papier
Zie ook
Plaats papier
Zorg ervoor dat het papier correct in de invoerlade is geplaast, en stel de correcte grootte en het
●
correcte type van het materiaal in. Als u papier in de invoerlade plaatst, wordt u gevraagd de grootte en
het type van het materiaal in te stellen vanaf het configuratiescherm.
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde formaat
●
en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg
●
ervoor dat de geleiders het papier niet buigen in de lade.
Tips voor printerinstellingen
Software-instellingen geselecteerd in de print driver zijn enkel van toepassing op afdrukken, niet op kopiëren
of scannen.
U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken. Zie
(dubbelzijdig afdrukken)
Tips voor printerinstellingen (Windows)
Om de standaardafdrukinstellingen te wijzigen, opent u HP printersoftware, klikt u op Afdrukken,
●
scannen en faxen. en daarna op Voorkeuren instellen. Zie
meer informatie over het openen van de printersoftware.
Papier- en papierlade-instellingen begrijpen:
●
Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de invoerlade hebt geplaatst.
–
Media: Selecteer het papiertype dat u gebruikt.
–
Kleur- of zwart-wit-instellingen begrijpen:
●
Kleur: Maakt gebruik van inkt uit alle cartridges voor volledige kleurafdrukken.
–
Zwart-wit of Alleen zwarte inkt: Maakt alleen gebruik van zwarte inkt voor zwart-wit-afdrukken in
–
normale of lagere kwaliteit.
Hoogwaardige grijstinten: Maakt gebruik van inkt uit zowel de kleurencartridges als de zwarte
–
cartridges om een grotere reeks zwarte en grijze tinten te produceren voor zwart-wit-afdrukken in
hoge kwaliteit.
De instellingen voor de afdrukkwaliteit begrijpen:
●
De afdrukkwaliteit wordt gemeten aan de hand van afdrukresolutiedots per inch (dpi). Een hoger dpi
produceert duidelijkere en gedetailleerdere afdrukken, maar vertraagt de afdruksnelheid en verbruikt
mogelijk meer inkt.
Concept: Laagste dpi, doorgaans gebruikt als het inktniveau laag is of als er geen afdrukken in
–
hoge kwaliteit nodig zijn.
Beter: Geschikt voor de meeste afdruktaken.
–
64
Hoofdstuk 6 Afdrukken
voor meer informatie.
voor meer informatie.
Afdrukken aan beide zijden
Open de HP-printersoftware (Windows)
voor
NLWW