Onderhoud
overmatige motorschade door roestvorming
te voorkomen. Voer het doorspoelen en be-
nevelen op hetzelfde tijdstip uit.
1.
Was de ommanteling van de buiten-
boordmotor met zuiver water. OPGE-
LET:
Spuit
luchtinlaat.
[DCM01841]
tie, zie pagina 65.
2.
Maak de brandstofleiding los van de bui-
tenboordmotor.
3.
Verwijder de motorkap en de propeller.
Voor meer informatie, zie pagina 76.
4.
Plaats de buitenboordmotor op een wa-
tertank. Vul de tank met zoet water tot
de anti-cavitatieplaat geheel onder wa-
ter staat. OPGELET: Als het peil van
het vers water onder het peil van de
anticavitatieplaat komt of als de wa-
tervoorraad niet groot genoeg is, kan
de motor vastlopen.
1. Wateroppervlak
2. Laagste waterpeil
5.
Laat de motor enkele minuten draaien
met een hoog vrijlooptoerental in neu-
traal. WAARSCHUWING! Bij het star-
ten of terwijl de motor draait mag u
geen elektrische onderdelen aanra-
ken of verwijderen. Houd handen,
haar en kleren uit de buurt van het
vliegwiel en andere draaiende onder-
63
geen
water
in
Voor meer informa-
[DCM00292]
1
2
ZMU02051
delen terwijl de motor draait.
6.
Spuit net voor u de motor uitschakelt wat
"conserveringsolie" op het geluiddem-
perdeksel. Indien correct uitgevoerd, zal
de bijna stilvallen.
de
NOTA:
Als er geen "conserveringsolie" beschikbaar
is, laat u de motor met vrijlooptoerental
draaien tot het brandstofsysteem leeg is en
de motor stilvalt. Verwijder de bougies en
laat de vliegwielmagneet verschillende ke-
ren ronddraaien met de startmotor of met de
repeteerstarter om de cilinderwand goed met
olie te bedekken.
[DWM00092]
ZMU06571
ZMU06599