Lijst van items in het bedieningsmenu
Item
Itemnaam, Functie
TITEL/SCENE/MUZIEKSTUK
Om de titel, scène of track te kiezen
voor afspelen.
HOOFDSTUK/INDEX
Om het hoofdstuk of de index te
kiezen voor afspelen.
MUZIEKSTUK
Om de track te kiezen voor afspelen.
TIJD/TEKST
Om verstreken en resterende
speelduur te controleren.
Om de tijdcode voor het zoeken naar
beeld en muziek in te voeren.
ORIGINAL/PLAY LIST
Om het type titels (DVD-VR-
modus) te kiezen dat u wilt afspelen:
ORIGINAL of een bewerkte PLAY
LIST.
PROGRAMMEREN
Om de afspeelvolgorde van titels,
hoofdstukken of tracks te kiezen.
SHUFFLE
Om titels, hoofdstukken of tracks af
te spelen in willekeurige volgorde.
HERHALEN
Om de hele disc (alle titels/alle
tracks/alle albums) herhaaldelijk of
één titel/hoofdstuk/track/album/
bestand herhaaldelijk af te spelen.
A-B HERHALEN
Om de stukken aan te duiden die u
herhaaldelijk wilt afspelen.
INDIVIDUELE
BEELDREGELING
Om het videosignaal van de speler
aan te passen. U kunt de
beeldkwaliteit selecteren die het
geschiktst is voor het programma dat
u bekijkt.
SCHERPTE
Om de beeldranden te accentueren
voor een scherper beeld.
AV SYNCHRONISATIE
Om de vertraging tussen het beeld en
het geluid aan te passen.
KINDERBEVEILIGING
Om afspelen op deze speler te
verhinderen.
12
INSTELLING
SNEL instelling
Gebruik Snel instelling om de taal
voor het bedieningsmenu, de
breedte-/hoogteverhouding van het
televisiescherm, en het
geluidssignaal.
VOLLEDIG instelling
Behalve Snel instelling kunt u nog
diverse andere instellingen
aanpassen.
HERSTELLEN
Herstelt de standaardinstellingen
van "INSTELLING".
ALBUM
Om het album te selecteren met de
MP3-audiotrack en het JPEG-
beeldbestand die u wilt afspelen.
BESTAND
Om het JPEG-beeldbestand te
selecteren dat u wilt afspelen.
ALBUM
Om het album te selecteren met het
DivX-videobestand dat u wilt
afspelen.
BESTAND
Om het DivX-videobestand te
selecteren dat u wilt afspelen.
DATUM
Om de datum weer te geven waarop
de foto is gemaakt met de digitale
camera.
INTERVAL
Om aan te geven hoe lang beelden
moeten worden weergegeven.
EFFECT
Om de effecten te kiezen die u wilt
gebruiken om dia's te wisselen
tijdens een diavoorstelling.
STAND (MP3, JPEG)
Om het gegevenstype, MP3-
audiotrack (GELUID), JPEG-
beeldbestand (BEELD), of beide
(AUTO), te selecteren dat moet
worden afgespeeld tijdens het
afspelen van een DATA CD of
DATA DVD.