Compatibele objectieven
Camera-instelling
Objectief/accessoire
AF-S, AF-I NIKKOR
Type G of D AF NIKKOR
PC Micro 85mm f/2.8D
AF-S/AF-I teleconverter
Andere AF NIKKOR
(behalve objectieven voor
F3AF)
AI-P NIKKOR
AI- of AI-gemodificeerde
objectieven van het type
NIKKOR en de Nikon-
11
serie E
Medische NIKKOR 120mm
f/4 (IF)
Reflex-NIKKOR
PC-NIKKOR
AI-type teleconverter
Balgapparaat PB-6
Automatische tussen-
ringen (PK-serie 11A, 12,
of 13; PN-11)
1 IX-NIKKOR-objectieven kunnen niet worden gebruikt.
2 Vibratiereductie (VR) ondersteund bij VR-objectieven.
3 Bij spotmeting wordt het geselecteerde scherpstelveld (A 62) gebruikt.
4 De belichtingsmeting van de camera en de flitserbesturingssystemen werken niet goed bij het shiften en
tilten (horizontaal/verticaal verplaatsen) van het objectief, of als een ander diafragma dan de grootste
diafragmaopening wordt gebruikt.
5 Bij het tilten of shiften van het objectief kan de elektronische afstandsmeter niet worden gebruikt.
6 Kan alleen worden gebruikt met objectieven van het type AF-S en AF-I (A 148).
7 Bij een maximale effectieve diafragmaopening van f/5.6 of groter (kleiner getal).
8 Bij het scherpstellen op de minimumafstand (maximaal ingezoomd) met de objectieven AF 80-200mm f/2.8,
AF 35-70mm f/2.8, AF 28-85mm f/3.5-4.5 en AF 28-85mm f/3.5-4.5 <NEW> kan de scherpstelaanduiding
verschijnen hoewel het beeld op het matglas in de zoeker onscherp is. Stel in dit geval handmatig scherp aan
de hand van het beeld in de zoeker.
9 Bij een maximale diafragmaopening van f/5.6 of groter (kleiner getal).
10 Sommige objectieven kunnen niet worden gebruikt (A 147).
146
Scherpstelstand
M (met
AF
elektronische
afstandsmeter)
2
2
—
4
—
6
7
—
—
—
—
—
—
—
14
—
—
Opnamestand
Onder-
werps-
M
standen,
a, b, c
5
—
7
8
9
9
—
—
—
—
5
—
7
—
7
—
7
—
Lichtmeetsysteem
p
q
d
r
3D
Kleur
—
—
—
—
—
—
12
—
—
—
13
—
—
—
12
—
—
—
12
—
—
—
12
—
—
—
12
—
—
—
12
—
—
—
3
3
3
3
3
3