(Verschijnt als Volledig is geselecteerd; A 118)
12 AE-L/AF-L
Selecteer de functie die met H moet worden uitgevoerd.
K
AE/AF-vergrendeling (standaardinstelling)
Zolang u H ingedrukt houdt, blijven zowel de scherpstelling als de belichting vergrendeld (A 60, 63).
L
AE-vergrendeling
Zolang u H ingedrukt houdt, blijft de belichting vergrendeld. De scherpstelling wordt niet
vergrendeld (A 63).
M
AF-vergrendeling
Zolang u H ingedrukt houdt, blijft de scherpstelling vergrendeld. De belichting wordt niet
vergrendeld (A 60).
N AE-vergrendeling vast
De belichting wordt vergrendeld zodra u H indrukt, en blijft vergrendeld tot u deze knop
opnieuw indrukt of tot de belichtingsmeters worden uitgeschakeld (A 63).
O
AF-ON
Met H start u autofocus. Het scherpstellen werkt nu niet via de ontspanknop (A 60).
13 AE-vergrendeling
Als Uit (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt de belichting niet vergrendeld als u de
ontspanknop half indrukt (A 63). Als Aan is geselecteerd, wordt de belichting vergrendeld
zodra u de ontspanknop half indrukt.
14 Ingebouwde flitser/Optionele flitser
(Verschijnt als Volledig is geselecteerd; A 118)
Kies een flitsbesturingsstand voor de ingebouwde flitser of de optionele flitser SB-400.
Beschikbaar in de opnamestanden a, b, c en d.
Zodra u de optionele flitser SB-400 hebt gemonteerd, selecteert u met persoonlijke instelling
14 een flitsbesturingsstand voor de SB-400, waarna de naam verandert in Optionele flitser.
R DDL (standaardinstelling)
De flitssterkte wordt automatisch aangepast aan de opnameomstandigheden.
S Handmatig
De flitser flitst met de sterkte die u in het menu rechts hebt
geselecteerd. Op vol vermogen heeft de ingebouwde flitser een
richtgetal van 13 (ISO 100, m, 20°C).
Het pictogram E knippert in de zoeker en op het opname-
infoscherm wanneer Handmatig is geselecteerd.
(Verschijnt als Volledig is geselecteerd; A 118)
Persoonlijke instellingen
Ingebouwde flitser
Handmatig
Volle flits
113