6 Installatie
6.5
Elektrische aansluitingen
34
Gas 310 ECO PRO - Gas 610 ECO PRO
Opgelet
De leidingen moeten rookgasdicht en corrosiebestendig zijn.
De luchttoevoerleiding moet glad en afgebraamd zijn.
Sluit de leidingen spanningsvrij aan.
Maximale beugelafstand bij verticale leidingen is 2 m.
Maximale scheefstand van verticale leidingen is 20 mm/m.
De leidingen mogen niet steunen op de ketel of de luchttoevoer
adapter.
Monteer de horizontale delen aflopend richting de luchttoevoer
uitmonding.
Gebruik bij horizontale leidingen een beugel bij elke verbinding.
Tab.26 Luchttoevoer leidingmaterialen
Uitvoering
Enkelwandig, star
Flexibel
(1) De toegepaste materialen moeten voldoen aan de geldige voorschriften en
normen
6.5.1 Algemeen
Toelichting
Voor de aansluiting(en) van de ketel Gas 610 ECO PRO: de be
schreven eigenschappen en instructies gelden per ketelmodule.
6.5.2 Aanbevelingen
Waarschuwing
De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos wor
den uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
De ketel is volledig voorbedraad. Wijzig nooit de interne aanslui
tingen van het bedieningspaneel.
Voer een aarding uit alvorens de elektriciteit aan te sluiten.
Voer de elektrische aansluitingen van de ketel uit volgens:
De voorschriften van de geldende normen.
De voorschriften van het algemene reglement betreffende elektrische in
stallaties (AREI).
De aanwijzingen van de met de ketel meegeleverde elektrische sche
ma's.
De aanbevelingen in deze handleiding.
Opgelet
Scheid de sensorkabels van de 230V kabels.
6.5.3 Besturingsautomaat
In de tabel staan belangrijke aansluitwaarden van de besturingsautomaat.
Tab.27 Aansluitwaarden besturingsautomaat
Voedingsspanning
Hoofdzekeringwaarde F2 (230 VAC)
Zekeringwaarde F1 (230 VAC)
Ventilator
Materiaal
Aluminium/kunststof/roestvasts
taal
(1)
230 VAC/50 Hz
10 AT
2 AT
230 VAC
125468 - v.06 - 07052015