Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Rookgasafvoer; Aansluiting Luchttoevoer - REMEHA Gas 310 ECO PRO Installatie-, Gebruikers En Servicehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas 310 ECO PRO:
Inhoudsopgave

Advertenties

125468 - v.06 - 07052015
Directe aansluiting van de rookgasafvoer op bouwkundige kanalen is
niet toegestaan in verband met condensatie.
Schachten altijd grondig reinigen bij toepassing van voeringspijpen en/of
luchttoevoeraansluiting.
Inspectie van het voeringkanaal moet mogelijk zijn.
Wanneer er in de rookgasafvoerleiding condens uit een kunststof of
roestvaststalen leidingdeel terug kan stromen naar een aluminium deel,
dan dient dit condens via een opvanginrichting afgevoerd te worden,
voordat het het aluminium bereikt.
Bij aluminium rookgasafvoerleidingen van grotere lengte dient de eerste
tijd rekening gehouden te worden met relatief grote hoeveelheden corro­
sieproducten die samen met het condens uit de afvoerleidingen terug­
stromen. Regelmatig toestelsifon reinigen of extra condensopvang bo­
ven het toestel plaatsen.
Zorg voor voldoende afschot van de rookgasafvoerleiding richting de ke­
tel (minimaal 50 mm per meter) en aan voldoende condensopvang en
afvoer (minimaal 1 m voor de uitmonding van de ketel). De toegepaste
bochten moeten groter zijn dan 90° om afschot en een goede afdichting
op de lippenringen te waarborgen.
Toelichting
Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie.

6.4.5 Aansluiting rookgasafvoer

De ketel is standaard voorzien van een mechanische rookgasterugslag­
klep. Deze voorkomt dat rookgassen terugstromen in de ketel bij rust (bij­
voorbeeld bij cascade-opstellingen).
Ga voor het aansluiten van de rookgasafvoer als volgt te werk:
1. Monteer de rookgasafvoerleiding op de ketel.
2. Monteer de opvolgende rookgasafvoerleidingen naadloos op elkaar.
Opgelet
De leidingen moeten rookgasdicht en corrosiebestendig zijn.
De toegepaste materialen moeten voldoen aan de geldige voor­
schriften en normen.
De rookgasafvoerleiding moet glad en afgebraamd zijn.
Sluit de leidingen spanningsvrij aan.
De leidingen mogen niet steunen op de ketel of de rookgas­
adapter.
Monteer de horizontale delen aflopend richting ketel, met een
helling van 50 mm per meter.
Maximale beugelafstand bij verticale leidingen is 2 m.
Maximale scheefstand van verticale leidingen is 20 mm/m.
Gebruik bij horizontale leidingen een beugel bij elke verbinding.

6.4.6 Aansluiting luchttoevoer

1. Monteer de luchttoevoerleiding op de ketel.
2. Monteer de opvolgende luchttoevoerleidingen naadloos op elkaar.
Gas 310 ECO PRO - Gas 610 ECO PRO
6 Installatie
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gas 610 eco pro

Inhoudsopgave