Vervang de olie om de 25 uur gebruik of ten
minste één keer per jaar als de grasmaaier
minder dan 25 uur per jaar wordt gebruikt.
Controleer het oliepeil in de krukkast voor u
de motor start en na iedere vijf (5) uur
ononderbroken gebruik. Draai de olieplug
steeds goed vast na het controleren van het
oliepeil.
Motorolie vervangen
LET OP: Voor u de maaier kantelt om olie af
te tappen, moet de brandstoftank worden
geleegd door de motor te laten lopen tot de
tank leeg is.
1.
Haal de bougiekabel van de bougie en
plaats de kabel zo dat deze niet in
contact kan komen met de bougie.
2.
Verwijder de motoroliedop; leg hem opzij
op een schone plaats.
3.
Kantel de maaier op zijn zijkant zoals
wordt getoond en tap de olie af in een
geschikte houder. Schud de maaier heen
en weer om olie die nog in de motor zit te
verwijderen.
4.
Veeg gemorste olie op de maaier of de
zijkant van de motor op.
5.
Plaats de motoroliedop terug.
In de motor gaat 0,85 l olie.
6.
Giet de olie langzaam door de
vulopening naar binnen en stop om de
paar deciliter om het oliepeil te
controleren met de peilstok.
7.
Stop met het bijvullen van olie als het
FULL-merkteken op de peilstok is
bereikt. Wacht één minuut tot de olie is
gezakt.
8.
Blijf kleine hoeveelheden olie toevoegen
en controleer regelmatig de peilstok tot
de olie het FULL-merkteken heeft
bereikt. Doe niet te veel olie in de motor.
Anders kan hevige rookvorming ontstaan
bij de geluiddemper tijdens het starten.
9.
Draai de oliepeilstok goed vast voor u de
motor start.
10. Sluit de bougiedraad weer aan op de
bougie.
42
-Nederlands
SMEREN
WAARSCHUWING!
Motorolie kan zeer heet zijn
wanneer hij wordt afgetapt
direct nadat de motor is
gestopt. Geef de motor tijd om
eerst wat af te koelen.
1
Olievulopening
Markeringen op de peilstok
1. Olie bijvullen
8009-159