7 Inbedrijfstelling
7
Inbedrijfstelling
7.1
Controlelijst vóór inbedrijfstelling
Afb.53
Gasmeetpunt
7.2
Inbedrijfstellingsprocedure
46
7.1.1
Ketel bedrijfsklaar maken
Procedure om de ketel bedrijfsklaar te maken:
1. Controleer het gascircuit.
2. Controleer het hydraulisch circuit.
3. Controleer de waterdruk van de CV-installatie.
4. Controleer de elektrische aansluitingen van de thermostaat en de
andere externe aansluitingen.
5. Controleer de overige aansluitingen.
6. Test de ketel op vollast. Controleer de instelling van de verhouding
gas/lucht.
7. Test de ketel op laaglast. Controleer de instelling van de verhouding
gas/lucht.
8. Afsluitende werkzaamheden.
Belangrijk
Vul de checklist in.
7.1.2
Gascircuit
Waarschuwing
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt op de gasleiding.
4. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt los te schroeven.
5. Schroef het meetpunt weer dicht wanneer de leiding voldoende ont
lucht is.
6. Controleer alle aansluitingen op gasdichtheid. De testdruk mag
maximaal 60 mbar zijn.
Voor meer informatie, zie
Toestelcategorieën, pagina 13
AD-0001178-01
7.1.3
Hydraulisch circuit
1. Controleer de sifon, deze moet geheel gevuld zijn met schoon wa
ter.
2. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
7.1.4
Elektrische aansluitingen
1. Controleer de elektrische aansluitingen.
Waarschuwing
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er
kend installateur.
1. Open de hoofdgaskraan.
7621950 - v.06 - 07022018