6 Installatie
6.6
Elektrische aansluitingen
Afb.34
Connectoren van de besturingsau
tomaat CU-GH (vooraanzicht)
X07
X06
X05
X04
X03
X02
X01
38
6.5.9
Specifieke lucht- en rookgastoepassingen
Belangrijk
Indien de ketel wordt toegepast in een rookgaszijdige overdruk
cascade, dan moet dit vermeld worden op de meegeleverde stic
ker: Dit CV-toestel is ingesteld voor .... Deze sticker moet naast de
typeplaat van de ketel geplakt worden.
Neem contact met ons op voor meer informatie.
6.6.1
Aanbevelingen
Waarschuwing
De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos wor
den uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
De ketel is volledig voorbedraad. Wijzig nooit de interne aanslui
tingen van het bedieningspaneel.
Voer een aarding uit alvorens de elektriciteit aan te sluiten.
Voer de elektrische aansluitingen van de ketel uit volgens:
De voorschriften van de geldende normen.
De aanwijzingen van de met de ketel meegeleverde elektrische sche
ma's.
De aanbevelingen in deze handleiding.
Scheid de sensorkabels van de 230 V kabels.
6.6.2
Besturingsautomaat
In de tabel staan belangrijke aansluitwaarden van de besturingsautomaat.
Tab.21
Aansluitwaarden besturingsautomaat
Voedingsspanning
X08
Hoofdzekeringwaarde F1 (230 VAC)
Zekeringwaarde F2 (230 VAC)
X09
Ventilator
X10
Gevaar voor elektrische schok
X11
De volgende componenten van de ketel staan onder een span
ning van 230V:
Elektrische aansluiting circulatiepomp.
Elektrische aansluiting gascombinatieblok.
Elektrische aansluiting ventilator.
Besturingsautomaat.
Ontstekingstrafo.
Voedingskabelaansluiting.
Diverse aansluitingen in de aansluitbox.
X12
Het netsnoer van de ketel heeft een stekker met randaarde (snoerlengte
1,5 m) en is geschikt voor een 230VAC/50Hz voeding met fase/nul/aarde
systeem.
AD-0000915-01
De ketel is niet fasegevoelig. De ketel is geheel voorbedraad
230 VAC/50 Hz
6,3 AT
1,6 AT
230 VAC
7621950 - v.06 - 07022018