E
C
A
•
Plaats de begrenzingsdraad rond de hele
werkzone (A). Pas de afstand tussen de
begrenzingsdraad en de obstakels aan.
•
Zet de begrenzingsdraad 35 cm/14 inch (B)
van een hindernis af die meer dan 5 cm/2
inch hoog is.
•
Zet de begrenzingsdraad 30 cm/12 inch (C)
van een obstakel af dat 1-5 cm/0.4-2 inch
hoog is.
•
Zet de begrenzingsdraad 10 cm/4 inch (D)
van een hindernis af die kleiner is dan 1
cm/0.4 inch.
•
Als u een tegelpad op niveau van het gazon
hebt, plaatst u de begrenzingsdraad lager
dan de tegels.
Let op: Indien het tegelpad minimaal 30
cm/12 inch breed is, gebruikt u de
fabrieksinstelling voor de functie
1201 - 001 - 05.06.2019
D
F
•
•
B
3.3.3.1 De begrenzingsdraad op een helling
plaatsen
Het product kan gebruikt worden op hellingen
van . Hellingen die te steil zijn, moeten worden
geïsoleerd met de begrenzingsdraad. De
hellingsgraad (%) wordt berekend als hoogte per
m. Voorbeeld: 10 cm/100 cm = 10%.
35 cm / 14"
> 5 cm/>2"
•
•
Rijd over
draad om al het gras naast het tegelpad te
maaien.
OPGELET: Laat het product niet
werken op grind.
Als u een eiland maakt, zet u de
begrenzingsdraden die naar en van het
eiland lopen dicht bij elkaar (E). Plaats de
kabels in dezelfde staak.
Maak een oogje (F) op de plaats waar de
geleidingsdraad met de begrenzingsdraad
moet worden verbonden.
OPGELET: Maak geen scherpe
bochten wanneer u de
begrenzingsdraad installeert.
OPGELET: Voor een zorgvuldige
werking zonder geluid isoleert u
alle obstakels zoals bomen,
wortels en stenen.
0-15%
100 cm / 40"
Voor hellingen steiler dan 45% binnen het
werkgebied isoleert u de helling met
begrenzingsdraad.
Voor hellingen steiler dan 15% langs de
buitenrand van het gazon plaatst u de
begrenzingsdraad 20 cm/8 inch (A) van de
rand.
0-15 cm / 0-6"
Installatie - 19