6.3
Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen
ZG- TS BAG0102.10 03.18
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vast-
grijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten
bij handelingen aan de machine door
•
onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van
de tractor opgeheven, onbeveiligde machine.
•
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderde-
len.
•
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
combinatie.
•
Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en
wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
•
Alle handelingen aan de machine, zoals montagewerkzaamhe-
den, instellen, verhelpen van storingen, reinigen, uitvoeren van
service en onderhoudswerkzaamheden, zijn verboden:
ο
als de machine nog wordt aangedreven.
ο
zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydrau-
lisch systeem loopt.
ο
wanneer de contactsleutel in het contactslot van de tractor
is geplaatst en de tractormotor bij aangesloten cardanas /
hydraulisch systeem onbedoeld kan worden gestart.
ο
als tractor en machine niet met hun handrem en/of stop-
wiggen tegen het per ongeluk wegrollen beveiligd zijn.
ο
wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld be-
wegen zijn geblokkeerd.
Vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact
met onbeveiligde onderdelen.
1. Breng de opgeheven, onbeveiligde machine / opgeheven, onbe-
veiligde onderdelen van de machine omlaag.
→
Op deze wijze voorkomt u dat zij onbedoeld zakken.
2. Zet de motor van de tractor uit.
3. Verwijder de contactsleutel.
4. Trek de handrem van de tractor aan.
5. Beveilig de machine tegen het per ongeluk wegrollen (alleen
aangehangen machine)
ο
op effen terrein door handrem (indien voorhanden) of stop-
wiggen.
ο
op sterk oneffen terrein of op hellingen met handrem of
stopwiggen.
Inbedrijfstelling
87