Reiniging, onderhoud en reparatien
12.6
Regelklep, doorlaatopeningen, roerwerk controleren
1. Maak de vergrendelknop van de kap (Afb.
70/1) los.
2. Klap de kap omhoog.
3. Controleer of de regelklep (Afb. 71/1) mak-
kelijk beweegt; stel de stelringen eventueel
bij.
4. Reinig de doorlaatopeningen.
5. Controleer het roerwerk op beschadiging.
6. Sluit de kap weer.
130
Afb. 74
Afb. 75
ZG- TS BAG0102.10 03.18