Reiniging, onderhoud en reparatien
Remvoeringcontrole
Kijkgat (Afb. 75/1) openen door de rubber stop
(indien voorhanden) te verwijderen.
Bij een resterende dikte van
a:
geklonken voering
(N 2504)
b:
verlijmde voering
moet de remvoering vervangen worden.
Rubber stop weer aanbrengen.
Reminstelling
Voor het normale gebruik moet de werking van
de remmen regelmatig worden getest, op slijtage
gecontroleerd worden en zo nodig worden bijge-
steld. Het bijstellen is bij een benutting van ca.
2/3 van de max. cilinderslag bij volremming no-
dig. Hiervoor de as opbokken en tegen het per
ongeluk bewegen beveiligen.
Instelling aan de reminsteller
Reminsteller met de hand in drukrichting bewe-
gen (Afb. 76). Bij een vrije slag van de drukstang
van de membraancilinder van max. 35 mm moet
de wielrem bijgesteld worden.
De instelling gebeurt bij het zeskantige instel-
segment van de reminsteller. Vrije slag "a" be-
draagt 10-12% van de lengte "B" van de aange-
koppelde remstang,
bv. lengte van de remstang 150 mm = vrije slag
15 - 18 mm.
Instelling aan de automatische reminsteller ängesteller
De basisinstelling gebeurt zoals bij de standaard-
reminsteller. Het bijstellen gebeurt automatisch
bij een nokverdraaiing van ca. 15°.
De ideale stand van de hendel (door de bevesti-
ging van de cilinder niet te beïnvloeden) is ca.
15° voor de haakse stand van de hendel t.o.v. de
bewegingsrichting.
134
5 mm
3 mm
2 mm
Afb. 79
Afb. 80
ZG- TS BAG0102.10 03.18