Opbouw en werking
5.14
Dosering strooihoeveelheid
66
Afb. 32
(1) Stelmotor voor dosering
(2) Doseerschuif
(3) Doorlaatopening
(4) Borsteleenheid
De instelling van de strooihoeveelheid gebeurt elektronisch met het
bedieningspaneel.
Hierbij geven de door servomotoren bediende doseerschuiven ver-
schillende openingsbreedten voor de doorlaatopeningen vrij.
De borsteleenheid zorg voor een goede toevoer op de strooischijf
zonder verwerveling en stof.
Een geheel dicht bewogen doseerschuif sluit de doorlaatopening van
de bak af.
Omdat de strooi-eigenschappen van kunstmest onderling nogal ver-
schillen, wordt aangeraden om de geselecteerde schuifstand voor de
gewenste strooihoeveelheid door middel van een kwantiteitscontrole
te controleren.
ZG- TS BAG0102.10 03.18